AFDELING LUCHTVAARTKENNIS KNVvL
     

Terug naar startpagina 

  inhoud LUCHTVAARTKENNIS
Voor beschikbaarheid en prijzen van oude nummers van LUCHTVAARTKENNIS kunt u contact opnemen met de voorzitter van Luchtvaartkennis.

Zoeken in deze pagina: CTRL+F

LUCHTVAARTKENNIS No. 1 2024
  • Nederland op de Internationella Luftfartsutställningen I Göteborg (ILUG), 1923, door Rob J.M. Mulder
    Tussen 8 mei en 30 september 1923 herdacht de stad Göteborg (Gothenburg, Zweden) de stichting 300 jaar eerder. Tijdens de jubileumtentoonstelling in het centrum van de stad werd tussen 20 juli en 12 augustus ook de ILUG, de internationale luchtvaarttentoonstelling georganiseerd. Op deze tentoonstelling was Fokker vertegenwoordigd met diverse vliegtuigtypes. Voor de demonstraties op vliegveld Torslanda was een afvaardiging van de Nederlandse luchtstrijdkrachten aanwezig (vier Fokker D.VII’s en een Fokker C.I, die samen als “vijf vingers van een hand” een formatieteam vormden) en een Fokker D.C.I, die door zowel Antony Fokker als Bertus Grasé werd voorgevlogen. Verder was er een wedstrijd georganiseerd, de zogenaamde aankomstwedstrijd, vanaf het Rotterdamse vliegveld Waalhaven naar Torslanda.
  • Pulqui II – de Argentijnse straaljager van Kurt Tank, door Arno Landewers
    Zo nu en dan duiken geruchten op dat de Argentijnse I.Ae 33 Pulqui II straaljager in de jaren 50 in de belangstelling van de Nederlandse luchtmacht zou hebben gestaan. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het bezoek van Prins Bernhard aan Argentinië in 1951, waarbij hem ook de Pulqui II werd gedemonstreerd. Het is echter uitgesloten dat de Nederlandse luchtmacht heeft overwogen het toestel aan te schaffen. Niettemin is de Pulqui II een interessant vliegtuig, niet in de laatste plaats omdat het werd ontworpen door een groep Duitse technici onder leiding van Kurt Tank en is gebaseerd op de Ta 183 die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ontworpen. Tank stelde zelfs dat de Mikoyan Gurevich MiG-15 op de Ta 183 was gebaseerd, een claim die nauwelijks door feiten wordt onderbouwd.
  • De eerste Koolhoven F.K. 51: de bombplan, door Frits Gerdessen
    De Koolhoven F.K. 51 Bombplan is een ontwerp uit 1934 voor een bommenwerper, naar aanleiding van specificaties van de Zweedse luchtmacht. De Zweedse luchtmacht koos voor de Junkers Ju 86K. Koolhoven gebruikte de aanduiding later voor de succesvolle F.K. 51 verkenner/trainer. Verder wordt ook ingegaan op de (korte) luchtvaart carrière van Jacques Leijh.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen (Peter W. Merlin – Dreamland, The Secret History of Area 51,Schiffr Military, 2023 en Rolf de Winter - De helikopter en de Nederlandse krijgsmacht, 1945-2020 – Boom/NIMH, 2023).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 4 2023
  • Circuit Européen 1911, door Harm J. Hazewinkel
    Op 18 juni 1911 gingen in de buurt van Parijs 40 deelnemers van start voor een 1600 km lange luchtrace door Frankrijk, België, Nederland (met Venlo, Soesterberg en Gilze-Rijen als tussenstops) en Engeland in negen etappes. Amper acht jaar eerder was voor het eerst een gemotoriseerd vliegtuig opgestegen en pas in 1909 was voor het eerst van Frankrijk naar Engeland gevlogen. Er vielen doden en slechts negen deelnemers haalden de eindstreep. De Franse winnaar legde de 1600 km in een kleine 60 vlieguren af. Harm Hazewinkel beschrijft in detail de deelnemers en hun vliegtuigen en het verloop en de betekenis van de rondvlucht.
  • Van ”Flying Dutchman” naar “De Vliegende Hollander” , een moeizaam vertaalproces, door Wim Snieder
    Wim Snieder gaat in op het vertaalproces van de autobiografie van Antony Fokker, “The Flying Dutchman”, die in 1931 in de Verenigde Staten verscheen. Het maken van een Nederlandse vertaling had veel voeten in aarde maar na uitgebreide correspondentie tussen de uitgever en de Fokker directie kwam in datzelfde jaar de Nederlandse editie onder de titel “De Vliegende Hollander” uit.
  • De “Libische” smokkel Convair in Nederland, door Arno Landewers
    Dit artikel gaat in op de activiteiten van Edwin P. Wilson, die in de jaren 80 actief was als smokkelaar van wapens naar Libië. Een door hem ingezette Convair 240 was in die tijd zowel in Nederland als België te zien en een Nederlands bedrijf faciliteerde de smokkelactiviteiten via zowel de Rotterdamse haven als het vliegveld.
  • De brand in Hangaar 10, door Wim Snieders
    Fotoverslag van de brand in hangaar 10 op Schiphol-Oost op 29 juni 1968, waarbij een KLM Douglas DC-8-53 verloren ging.
  • In Memoriam Theo Wesselink (1953-2023)
  • Puzzle 2023: lesvliegtuigen

    In aanvulling op het vorige nummer komen we terug op het fotoverslag van de International Rescue Helicopter Meeting op Ypenburg in mei 1970 met een uitbreiding van de lijst met aanwezige helikopters en vliegtuigen. Gerard Casius komt met een nadere uitleg over de teruggave van onder het Lend Lease programma geleverde vliegtuigen aan de Nederlandse strijdkrachten in de Tweede Wereldoorlog.

    Vaste rubrieken:
  • in model: KLM Fokker F.VIII, door Rob Hamann.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen (Harry van der Meer - Koolhoven F.K. 55, Luchtvaarthistorisch Archief Aviodrome, 2023 en Rob J.M. Mulder - The International Aero Exhibition Gothenburg, ILUG – 1923, European Airlines Rob Mulder, 2023).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 3 2023
  • Het ‘Escadrille des As’ op Soesterberg- een Frans bezoek aan Nederland in 1931, door Harm J. Hazewinkel
    Op 10 juli 1931 arriveerde op Soesterberg een zestal Franse militaire vliegtuigen. Dat was op zichzelf in die tijd al bijzonder, maar bovendien werden die vliegtuigen gevlogen door befaamde Franse vliegers, waaronder oceaanvliegers en wereldrecordhouders. Men sprak dan ook van het “Escadrille des As” en het – korte – bezoek aan Nederland was een onderdeel van een tocht van meer dan 10.000 km langs een groot aantal Europese landen.
  • De Fokkers van Khadaffi, door Arno Landewers
    In het midden van de jaren 70 kon Fokker enkele F-27’s leveren aan de Libische staatsluchtvaartmaatschappij, hoewel de Libische leider Khadaffi een behoorlijk antiwesterse houding had. Binnen enkele jaren begon de Amerikaanse inlichtingendienst zich druk te maken over zowel de F-27’s in Libië als de levering van F-28’s aan Libyan Arab Airlines.
  • De Koolhoven reuzenvliegboten, door Frits Gerdessen
    Frits Koolhoven had veel ideeën en in zijn bedrijf zijn van 1926 tot 1940 tegen de 200 vliegtuigontwerpen gemaakt. Daarvan zijn er 19 gebouwd (F.K. 40 t/m F.K. 58). Van het merendeel van de andere ontwerpen is nauwelijks iets bekend. Onder deze ontwerpen waren twee forse vliegboten, die destijds de pers haalden.
  • De brand in Hangaar 10, door Wim Snieders
    Fotoverslag van de brand in hangaar 10 op Schiphol-Oost op 29 juni 1968, waarbij een KLM Douglas DC-8-53 verloren ging.
  • De volksvliegtuigen hype, door Peter Groeskamp
    Ook de luchtvaart is niet vreemd aan modegrillen. Denk aan de huidige UAM (Unmanned Air Mobility) hype: op afstand bestuurde (of autonoom vliegende), veelal verticaal opstijgende en elektrisch aangedreven luchttaxi’s en, rond 2010, de “very light jets” (lichte zakenjets). In de jaren 50 was het idee dat steden zouden worden verbonden door helikopter diensten, later door V/STOL vliegtuigen (verticaal, of van een zeer korte baan opstijgend). De oudste luchtvaarthype is wellicht het volksvliegtuig, die in de jaren 30 het licht zag. Het idee van een goedkoop vliegtuig voor “de gewone man” is natuurlijk nog wel eens teruggekomen, de laatste keer in de jaren 80 met de opkomst van de ultralights. In mei 1936 gaf F. Van Slooten, redacteur van het tijdschrift Het Vliegveld, zijn visie over het volksvliegtuig.
  • International Rescue Helicopter Meeting Ypenburg Mei 1970, door Arno Landewers
    Kort verslag van deze internationale wedstrijd voor militaire redding helikopters.
  • De Belgisch/Britse ballonnen met PH-registraties, door Coen van den Heuvel
    Achtergrond van het registeren van diverse voormalig Brits geregistreerde ballonnen met Belgische eigenaren in het Nederlandse luchtvaartuigregister in de afgelopen maanden.

    Vaste rubrieken:
  • in model: LA-KNIL Morane- Saulnier MS AR-35EP2 M-59, door Paul Beukema.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbespreking (Azarja Harmanny- Grof geschut, artillerie en luchtstrijdkrachten in de Indonesische onafhankelijksoorlog, 1945-1949, Amsterdam University Press, 2023 en Edwin Hoogschagen en Bart M. Rijnhout- Vliegend boven de koraalriffen; B-24 Liberator detachement MLD op de Cocos-eilanden, Walburg Pers/Lanastra, 2023).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 2 2023
  • Fokker en Indonesië 1950-1996, door Arno Landewers
    Begin jaren 60 wist Fokker een overeenkomst met Indonesië af te sluiten voor licentiebouw van de F27 Friendship. Dit leverde echter onmiddellijk problemen op wegens Britse bezwaren. En toen na een machtswisseling in Indonesië de verhouding met Groot-Brittannië verbeterde, kwam de financiering van het plan niet rond. Maar dat betekende niet het eind voor de banden tussen Fokker en Indonesië.
  • De kaping van de PH-BUE “Mississippi”, door Jan Hagens
    Chronologisch overzicht van de gebeurtenissen rond de kaping van de KLM Boeing 747-200 PH-BUE “Mississippi” tussen 25 en 29 november 1973.
  • Wedergeboorte van de slanke vleugel: revival van een oud concept, door Arno Landewers
    Een niet al te opvallende, maar onmiskenbare trend is het toenemen van de spanwijdte en vleugelslankheid bij verkeersvliegtuigen. Deze trend is vanaf de jaren 50 ingezet, aanvankelijk bij verkeersvliegtuigen met turboprops, later ook bij verkeersvliegtuigen met straalmotoren. In de jaren 50 trokken de vliegtuig ontwerpen van Hurel-Duboi, met zeer grote vleugelslankheid, de nodige aandacht. Juist deze ontwerpen staan nu weer in de belangstelling: extreem lange vleugels vormen één van de bouwstenen voor de verduurzaming van de luchtvaart. In 2028 moet een proefvliegtuig gaan vliegen dat sterk lijkt op één van de Hurel-Dubois ontwerpen.
  • Arend Onderwater, door Frits Gerdessen
    Arend Onderwater werd op 6 oktober 1895 geboren in Rotterdam. Hij behoorde tot de eerste groep onderofficieren, die op 1 augustus 1917 bij de Luchtvaartafdeling (LVA) van het Nederlandse leger in de vliegopleiding kwam. Korporaal Onderwater voldeed op 27 mei 1918 aan de proeven voor het FAI brevet, en kreeg dat op 15 juli uitgereikt. Daarna slaagde hij voor het militair brevet. In 1921 vertrok Onderwater naar Nederlands-Indië, waar hij carrière maakte in de technische dienst van de Luchtvaart Afdeling van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (LA-KNIL).

    Vaste rubrieken:
  • in model: In model: de Koolhoven F.K. 49 fotokist, door Rob Hamann.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbespreking (Peter Grimm- Verloren Luchtruim, de geallieerde luchtoperaties boven Nederland in mei 1940; met medewerking van Jaap Woortman; Geromy, 2021 en Lennart Andersson- Elegance and Versatility, Junkers Light Aircraft K16 to A50 Junior, European Airlines Rob Mulder, 2023).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 1 2023
  • Met de KLM naar Berlijn 1969- 1989 en de KLM- Interflug relaties, door Arno Landewers
    De na de Tweede Wereldoorlog uit de Geallieerde bezettingszones ontstane Bondrepubliek Duitsland (BRD) en de communistische Duitse Democratische Republiek (DDR) zorgden voor grote politieke en militaire spanningen en hadden ook grote weerslag op de luchtvaart. Nergens werd dit duidelijker dan rond de voormalige Duitse hoofdstad Berlijn die, hoewel gelegen in de DDR ook door de geallieerden was opgedeeld. De houdgreep waarin de vier bezettingsmachten elkaar daar hielden zorgde ervoor dat het voor luchtvaartmaatschappijen uit West-Europa (buiten Franse, Britse en Amerikaanse maatschappijen) onmogelijk werd gemaakt om op Berlijn te vliegen. De KLM werd de eerste West-Europese luchtvaartmaatschappij die daarom naar het bij Berlijn, maar in de DDR gelegen vliegveld Schönefeld ging vliegen en relaties aanknoopte met de nationale luchtvaartmaatschappij van de DDR, Interflug.
  • Junker J 16, door Harm Hazewinkel
    Junkers was er na de Eerste Wereldoorlog niet alleen er vroeg bij met een verkeersvliegtuig in de vorm van de zo succesvolle F 13. Een ander, kleiner verkeersvliegtuig dat uit de fabriek in Dessau kwam was de J 16 (later K 16). Nederland speelde daar een rol in.
  • “Schuldige” vliegtuigen – de Argentijnse dodenvluchten 1976-1983, door Arno Landewers
    Rond het wereldkampioenschap voetbal dat afgelopen november en december in Qatar werd gehouden werden in de media herinneringen opgehaald aan het kampioenschap dat in juni 1978 werd gehouden in Argentinië. Dat had vooral te maken met het repressieve regime in Qatar en de wenselijkheid van een boycot van het kampioenschap. In 1978 werd een soortgelijke discussie gevoerd: want sinds 1976 werd Argentinië geregeerd door een neo-fascistische dictatuur. In maart 1977 verschenen de eerste berichten over het uit vliegtuigen werpen van gevangenen waarbij werd vermeld dat daarvoor Fokker F27 Friendships werden gebruikt. Uit recent onderzoek blijkt vooralsnog dat er voor deze vreselijke praktijken andere vliegtuigen werden gebruikt.
  • KLM Dakota’s bij de luchtmacht, door Coen van den Heuvel
    In september 1948 stond de Luchtmacht twee De Havilland D.H. 89 Dominies aan de KLM af voor gebruik door de Verenigde Naties in het Midden Oosten. Hiervoor werd tussen Luchtmacht en KLM een charterovereenkomst afgesloten; in ruil voor de twee Dominies kreeg de Luchtmacht de beschikking over een KLM Dakota. Deze bruikleenovereenkomst werd nog jarenlang doorgezet.

    Vaste rubrieken:
  • in model: MLD Sikorsky S-51 - Boosaardige dame werd reddende engel, door Paul Beukema.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbespreking (Hans Jungerius- Verboden landschap, sporen en verhalen van een Duits-Nederlands cultuurlandschap, Jap Sam Books, 2022 en Rod Simpson, Pete Longley, Robert Swan- The General Aviation handbook, a guide to millennial general aviation manufacturers and their aircraft, Air-Britain, 2022).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 4 2022
  • Aereo Sahariano - een vliegrally in de woestijn, door Harm J. Hazewinkel
    In de morgen van 25 april 1936 vertrokken de sportvliegers Harry Heymans en André Postmaa met de Leopard Moth PH-JUH in de richting van de Middellandse Zee. Zij waren van plan deel te nemen aan de Raduno Aereo Sahariano, een rally naar Ghadames in Libië. Maar tot driemaal toe mislukte een poging de overtocht naar Tunis te maken. Hoewel al halverwege gekomen, dwong dichte mist Heymans en Postmaa terug te keren en dat was het einde van de enige Nederlandse deelname aan dit evenement. De Sahara rally werd vier maal gevlogen, maar is inmiddels vrijwel vergeten. Toch is het, reeds vanwege die – potentiële – Nederlandse deelname, de moeite waard er aandacht aan te besteden. Harm Hazewinkel gaat in op alle edities van deze Sahara rally voor vliegtuigen, die in de jaren dertig in Libië (destijds een kolonie van Italië) werden gehouden.
  • Luis in de pels: de Caraïbische Lucht Transport Maatschappij, door Arno Landewers
    De Caraïbische Lucht Transport Maatschappij (CLTM) werd in november 1962 op Curaçao werd opgericht. Hoewel de CLTM alleen vrachtvluchten uitvoerde werd het bedrijf al snel gezien als concurrent voor de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij ALM en de KLM, wat ervoor zorgde dat er geen lijnvluchten mochten worden uitgevoerd. Bovendien werd de CLTM draaiend gehouden door een vanuit Miami opererend bedrijf, wat bij vergunningaanvragen voor vluchten naar de Verenigde Staten tot een hoorzitting leidde. De CLTM wist niettemin zich in de tweede helft van de jaren 60 en in de jaren 70 tot een luis in de pels van vooral de ALM te ontwikkelen. In het artikel wordt ook aandacht besteedt aan luchtvracht maatschappij Netherlands Antilles Air Transport, die niet van de grond kwam.
  • Pieter Schelling, door Frits Gerdessen
    Pieter Schelling kwam in 1917 bij de vliegopleiding van de Luchtvaartafdeling (LVA) van de Nederlandse krijgsmacht. Hij verliet de LVA in 1921, werd zweefvlieger en in 1938 emigreerde Schelling naar Australië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij daar officier bij de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger.
  • Driedekkers na de Eerste Wereldoorlog- deel 3, door Harm Hazewinkel


    Vaste rubrieken:
  • in model: KLM Douglas DC-6A PH-TGA “Dr. Ir. M.H. Damme”, door Thijs de Boer .
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbespreking (Van ELTA tot ICAR, de “wilde luchtvaart” in Nederland 1919-1922, door Harm J. Hazewinkel en Theo Wesselink, Dutch Aviation Publications, 2022 en The NEI Army Aviation Corps in Australia and British India February 1942-May 1943, door P.C. Boer, Dutch Aviation Publications, 2022 ).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 3 2022
  • De SPAD Berlines, door Harm J. Hazewinkel
    De F.K. 26 van Frits Koolhoven, de F.II van Fokker of de Junkers F 13, allen van kort na de Eerste Wereldoorlog, worden in de regel beschouwd als de eerste “echte” verkeersvliegtuigen. Het is vreemd dat, zeker buiten Frankrijk, de kort daarna verschenen Blériot-SPAD berlines zo weinig aandacht krijgt. Zeker omdat ze in relatief grote aantallen zijn gebouwd en bovendien vele jaren dienstgedaan hebben in en vanuit Frankrijk (en ook België) op lijndienst naar onder meer Warschau, Istanbul en ook Amsterdam. Harm Hazewinkel beschrijft de vele versies van de berlines, de gebruikers en de bijzondere vluchten die met het type zijn gemaakt.
  • Heinrich Focke en Anton Flettner in Nederland, door Arno Landewers
    Al eerder schreven we over de niet al te duidelijke verhalen in voornamelijk Braziliaanse literatuur waarin wordt genoemd dat de Duitse vliegtuigbouwer en helikopter pionier Heinrich Focke, voordat hij in de jaren 50 naar Brazilië vertrok, in Nederland actief was geweest. Daar zijn nu meer gegevens over opgedoken; Focke heeft in 1951 in Amsterdam enige tijd aan het ontwerp van een “tiltrotor” heeft gewerkt. Ook blijkt, weliswaar bijna drie decennia eerder, ook collega helikopter pionier Anton Flettner enige tijd in Nederland actief te zijn geweest. Arno Landewers gaat in een artikel hierover dieper op in.
  • Johan Tjaarda: van vlieger tot auto ontwerper, door Frits Gerdessen
    In de beginjaren van de Luchtvaartafdeling (LVA) van de Nederlandse krijgsmacht dienden er heel wat vliegers, die in het buitenland hun vliegbrevet hadden gehaald. Een ervan was Johan Tjaarda, die tussen 1917 en 1919 bij de LVA diende. Hij speelde een rol in de zogenaamde Rumpleraffaire (een onderzoek na de aankoop van Rumpler C.VIII vliegtuigen, waarvan een onevenredig hoog aantal verongelukten) en vertrok in 1923 naar de Verenigde Staten. Frits Gerdessen gaat dieper in op de levensloop van Tjaarda, die zich in de Verenigde Staten ontwikkelde tot vooraanstaand ontwerper van auto’s.
  • Driedekkers na de Eerste Wereldoorlog- deel 2, door Harm Hazewinkel

  • Arubaans/Russische zakenjets, door Arno Landewers
    Een overzicht van Arubaans geregistreerde zakenvliegtuigen van Russische oligarchen, en de huidige status van deze vliegtuigen.


    Vaste rubrieken:
  • in model: In model: KLM Fokker F.7b/3m PH-AFS “Specht”, door Jelle Puts.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbespreking (Driving Force- The history of Sabena Belgian Airlines and Predecessor, door Günter Endres, European Airlines, 2021 en Pioneering Spirit - The story of Air France and Predecessors, door Günter Endres, European Airlines, 2021 ).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 2 2022
  • Flugwaffe 1940-1945, door Frits Gerdessen
    In LUCHTVAARTKENNIS 2022-­1 gingen we in op het treffen tussen de luchtmacht van het neutrale Zwitserland, de Fliegertruppe, en de Duitse Luftwaffe in mei en juni 1940. In deze editie gaan we in op de gebeurtenissen na deze periode. Na de aanvankelijke schermutselingen bleef het enige tijd rustig in het Zwitserse luchtruim, maar in de loop van de Tweede Wereldoorlog kwamen steeds meer vliegtuigen van de oorlogvoerende partijen op Zwitsers grondgebied terecht. Het totaal zou oplopen tot 245 stuks.
  • Russen op Schiphol-­ Aeroflot in Nederland 1947- ­1992, door Arno Landewers
    De Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot is zwaar getroffen door de sancties die Rusland zijn opgelegd na de inval in Oekraïne; de vluchten van en naar vrijwel alle Europese, Noord­-en Zuid-­Amerikaanse en Aziatische bestemmingen zijn opgeschort. Ook in het Sovjet tijdperk verliep de relatie tussen Aeroflot en West-­Europa en de Verenigde Staten dikwijls turbulent. De geschiedenis van de relatie tussen de KLM en Aeroflot is daar een goede illustratie van.
  • Een gedenkbord dat er niet bij hoort!, door Wim Snieder
    Vooral in de vorige eeuw was het niet ongewoon na een bijzonder luchtvaartevenement of een bijzondere (KLM­)vlucht een gedenkbord uit te brengen. Denk hierbij aan de ELTA in 1919 en de diverse KLM­-vluchten naar Nederlands-­Indië in 1924 en 1933, de vlucht met de Uiver in 1934 en in 1938 de Dingaans-vlucht naar Zuid­-Afrika. Vrijwel alle borden waren gemaakt van aardewerk en de kleur Delfts Blauw was niet ongewoon. Zij werden niet op de markt gezet door bijvoorbeeld de KLM, maar door aardewerk­ en porseleinfabrieken. In 1935 kwam er een ongewoon gedenkbord, namelijk een rond de reis naar Nederlands-Indië door NSB leider Anton Mussert per KLM DC-2. De Fascistenleider schonk voor de prettige terugvlucht zelfs een sigarettenkoker met inscriptie aan gezagvoerder Tepas.
  • Honderd jaar "vliegende auto's", door Harm J. Hazewinkel
    “Eerste vliegende auto ter wereld komt naar luchtvaartmuseum Aviodrome”. Zo schreef het museum op 3 mei 2022 om aan te kondigen dat de PAL­-V Liberty daar te zien zou zijn. Nu wensen wij de ontwerpers (en het museum) alle goeds toe, maar luchtvaarthistorici weten uiteraard dat dit niet klopt. De eerste vliegende auto verscheen al meer dan een eeuw geleden en de eerste gecertificeerde (zoals het persbericht ook schreef) is het ook niet. Een goede aanleiding om eens naar een aantal vliegende auto’s te kijken.


    Vaste rubrieken:
  • in model: In model: Koolhoven F.K. 43, door Rob Hamann.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbespreking (Lockheed Model 9B Orion- The Swiss Revolution, door Rob J.M. Mulder, European Airlines, 2022).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 1 2022
  • De luchtmacht van communistisch China, door Arno Landewers
    De ontwikkeling van de in 1949 opgerichte Rode luchtmacht werd sterk beïnvloed door de ideologische en politieke lijnen die de Chinese machthebbers volgden. Hierbij werden perioden van het zoeken van steun bij de Sovjet-Unie afgewisseld met isolationisme en zelfs toenadering en samenwerking met Europese landen en de Verenigde Staten. Die kortstondige samenwerking met het westen gaf een belangrijke impuls aan de Chinese luchtvaartindustrie en luchtstrijdkrachten waardoor er nu, met enige horten en stoten, capabele militaire vliegtuigen uit de Chinese vliegtuigfabrieken rollen. Door de steeds nadrukkelijker en zelfbewuste houding van China, zowel economisch als militair, beschouwd de Verenigde Staten het land inmiddels als de belangrijkste opponent.
  • De Zwitserse Fliegertruppe tegen de Luftwaffe mei/juni 1940, door Frits Gerdessen
    De Duitse inval in West-Europa op 10 mei 1940 ging gepaard met zeer grote activiteit in de lucht. De Duitse Luftwaffe was oppermachtig. Hoewel, er was één klein front, waar de Duitsers naar verhouding behoorlijke verliezen leden, in het grensgebied van Frankrijk en Zwitserland. Duitse vliegtuigen namen soms de kortste weg naar huis via Zwitserland, maar die kortste weg bleek al snel niet de veiligste te zijn.
  • Panamarenko: de “vliegende” kunstenaar, door Arno Landewers
    Portret van de Antwerpse kunstenaar Panamarenko, die diverse (niet vliegwaardige) vliegtuigen ontwierp die soms een opvallend modern uiterlijk hebben. In 1971 wist hij met een vliegpoging met een zelfgebouwd luchtscheepje tijdens een tentoonstelling in Arnhem de aandacht te trekken en hij bouwde een vliegtuig om mee te dingen naar de de door de Britse industrieel Henry Kremer uitgeloofde geldprijs voor het eerste door menskracht aangedreven vliegtuig (in 1978 gewonnen door Paul MacCready).
  • Driedekkers na de Eerste Wereldoorlog, door Harm Hazewinkel
    Een eerste deel van een serie over dit onderwerp.

    Vaste rubrieken:
  • in model: In model: de eerste driemotorige Fokker (Fokker F.VIIa/3m), door Rob Hamann.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen (Fairey Fox- Caught in the Tides of War door Edwin Hoogschagen, Amaru Tincopa en Yves Duwelz; European Airlines, 2021; Kleurrijke KLu- 50 jaar speciale beschilderingen door Cor van Gent, Violaero/Lanastra, 2021).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 4 2021
  • De Dole Race - Triomf en tragedie op weg naar Hawaii, door Harm J. Hazewinkel
    De Dole Race, een luchtrace van Californië naar Hawaii in 1927, was slechts een van de vele gebeurtenissen waar de luchtvaart in dat jaar vol van was. In Europa, dus ook in Nederland, bestond echter reeds destijds weinig belangstelling voor dit evenement, te midden van de vele hoogte­ en dieptepunten op luchtvaartgebied in die tijd. De toch grootse prestaties van de winnaars werden overschaduwd door de slachtoffers die bij dit evenement helaas vielen. De geschiedenis van deze race verdient echter zeker verteld te worden.
  • De LVA-hangaar op vliegveld Haamstede, door Jan Evert Leeuw
    De oplopende spanningen in de jaren dertig in Europa brachten mee dat na jarenlange bezuinigingen onze defensie, waaronder de Luchtvaartafdeling (LVA) versterkt werd. Naast de aanschaf van nieuwe vliegtuigen werd ook de infrastructuur vernieuwd en uitgebreid. Er kwamen nieuwe vliegvelden en er moesten hangaars gebouwd worden. Daaronder was de hangaar op vliegveld Haamstede.
  • Vliegtuigbouw in Estland 1930-1942, door Frits Gerdessen
    Estland had zich, evenals Letland en Litouwen, in 1918 onafhankelijk verklaard van Rusland (de Sovjet-­Unie). In juni 1940 echter werden deze staten door de Sovjet­-Unie bezet en ingelijfd en pas in 1991 herkregen ze hun zelfstandigheid. Tijdens de onafhankelijkheidsoorlogen in 1919 kwam in Estland, Letland en Litouwen de militaire luchtvaart van de grond, later gevolgd door de verkeersluchtvaart en de sportvliegerij. In alle drie de landen begon men ook met vliegtuigbouw, wat in de dertiger jaren hoogwaardige producten opleverde. In Letland en Litouwen ontstond een luchtvaartindustrie. In Estland werden ook vliegtuigen gebouwd, maar van een echte luchtvaartindustrie was geen sprake. Desondanks is er nog wel een en ander te vertellen over de vliegtuigbouw in Estland tot en met 1941.

    Vaste rubrieken:
  • in model: In model: Fokker S.13 Universal Trainer, door Rob Hamann.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No. 3 2021
  • Het Super Sonic Transport (SST) programma 1961-1971, door Arno Landewers
    Hoewel in mei een van de projecten is stilgezet, wordt momenteel in de Verenigde Staten na ruim 50 jaar weer gewerkt aan commerciële supersonische vliegtuigen. Al vanaf begin jaren 60 werden plannen voor supersonische verkeersvliegtuigen uitgewerkt, er werd verwacht dat ze een groot deel van het luchtverkeer zouden overnemen. Dit resulteerde in de Frans/Britse Concorde (en een tegenhanger uit de Sovjet Unie), bovendien plaatsten diverse luchtvaartmaatschappijen, waaronder de KLM, orders voor een ontwerp van Boeing dat voortkwam uit het Super Sonic Transport (SST) programma.
  • Airspeed Envoys PH-ARK en PH-ARL (deel 2), door Jan Evert Leeuw
    In deel 1 van dit artikel, in LUCHTVAARTKENNIS 2021-2, werd de aanschaf van twee Airspeed Envoys door D.H. Reinders in 1937 beschreven. De toestellen bleken afkomstig uit Antwerpen, waar ze van een schip waren geladen omdat het vermoeden was dat ze voor een van de strijdende partijen in de Spaanse burgeroorlog bestemd waren. Na een beslagname in verband hiermee en een rechtszaak leek in de loop van 1939 niets het vliegen met beide machines tegen te houden. Het artikel gaat in op de rol van wapenhandelaar Michel Holzmann bij de aankoop van beide Envoys, en de ontwikkelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen beide machines in gebruik werden genomen door de Luftwaffe.
  • De vlucht van de Wallaby- hoe Matthews en Kay in 1919/20 naar Bali vlogen, door Harm J. Hazewinkel
    Het zou nog tot 1924 duren voor en aleer de eerste vlucht van Nederland naar Indië werd gemaakt. Maar voordien hadden reeds drie vliegtuigen ons rijksdeel door de lucht bereikt. Dat de eerste vlucht vanuit Europa, op weg naar Australië, werd gemaakt door de Vickers Vimy G-EAOU (“God ‘Elp All of Us”) is algemeen bekend, zeker sinds ook in 1994 (met een replica) nog een herhaling werd gemaakt. Het tweede vliegtuig dat Indië bereikte was een Sopwith Wallaby, gevlogen door Matthews en Kay. Die tocht eindigde op Bali, maar is zeker ook de moeite waard om te worden verteld.
  • Sonnig Jet in Libië - vervolg, door Arno Landewers
    Vorig jaar schonken we in ons blad al aandacht aan de activiteiten van Sonnig Jet, dat met Arubaans geregistreerde vliegtuigen vluchten maakt voor het LNA (Libyan National Army), een van de strijdende partijen in Libië. Er zijn veel nieuwe gerelateerde ontwikkelingen te melden, ondermeer rond een Pilatus Porter die via Nederland in Libië belandde.

    Vaste rubrieken:
  • in model: Lockheed P2V-5 Neptune van de MLD, door Paul Beukema.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking (Rohrbach - German All-Metal Aircraft Pioneer door Lennart Andersson en Rob J.M. Mulder (European Airlines, 2021)).

LUCHTVAARTKENNIS No. 2 2021
  • Airspeed Envoys PH-ARK en PH-ARL (deel 1), door Jan Evert Leeuw
    Er zijn niet veel vliegtuigen die in Nederland hebben gevlogen waarover meer is gespeculeerd, zoveel is geschreven, waarover zoveel onenigheid is geweest en waarmee zo weinig is gevlogen als de Airspeed Envoys PH-ARK en PH-ARL. Jan Evert Leeuw vond in diverse archieven nieuwe gegevens over beide toestellen, die met name een nieuw licht werpen op de lotgevallen van beide toestellen in de periode voor de Tweede Wereldoorlog en tijdens de meidagen van 1940.
  • Biafra luchtbrug 1967- 1970, door Arno Landewers
    Door een burgeroorlog die in 1967 in Nigeria uitbrak rond de afscheiding van de zuidoostelijke regio Biafra voltrok zich een humanitaire ramp van grote omvang. Door bewuste uithongering kwamen miljoenen om het leven. Zowel het Rode Kruis als samenwerkende kerkelijke hulporganisaties zetten een luchtbrug op met voornamelijk voedsel en medicamenten. Parallel aan deze luchtbrug werd het Biafraanse leger, vanaf dezelfde vliegvelden en strips en soms met dezelfde vliegtuigen voorzien van wapens. Martinair en vooral Transavia speelden een belangrijke rol in de humanitaire luchtbrug. Maar ook de vliegtuigen van de wapentransporteurs verschenen in Nederland.
  • Nederlandse vliegers in Duitse dienst- aanvullingen
    Aanvullingen op het artikel in LUCHTVAARTKENNIS 2021-1 rond Eddy de Graaff, Frits Ruth en G.H. Frima.

    Vaste rubrieken:
  • in model: Fokker Super Universal, door Rob Hamann.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen (Nederland uit de lucht geschoten; de vroegste luchtfoto’s 1916-1939 door Judith Moortgat (Boom, 2020); Fokker vliegtuigen in Nederlandse dienst in de meidagen van 1940 door Ed Beekman, Rick Franke, Peter de Raaf en Raph de Wolf (CRASH, 2020); Onder de vleugels van Göttingen - het Nationaal Luchtvaartlaboratorium in de Tweede Wereldoorlog door Bram Elsenaar (Aspect, 2020); Curtiss Design 75 Hawk- P-36 and International Derivatives door Dan Hagedorn en Amaru Tincopa (European Airlines, 2021) en Luchtvaartkunst, het leven en werk van Thijs Postma/Aviation Art, the artwork and life of Thijs Postma (H&G Uitgeverij, 2021))

LUCHTVAARTKENNIS No. 1 2021
  • Waterstof als vliegtuigbrandstof- een historie, door Arno Landewers
    Onlangs onthulde Airbus drie conceptuele ontwerpen voor verkeersvliegtuigen die waterstof als brandstof gebruiken. Waterstof is begin deze eeuw weer in de belangstelling gekomen als schoner alternatief voor kerosine. Maar de gedachte is niet nieuw: in de jaren 20 en 30 werd waterstof als brandstof al serieus overwogen, later draaiden experimentele motoren op waterstof en in de jaren 50 vloog voor het eerst een vliegtuig op waterstof.
  • Kapitein Leendertz, de Bristol Pullman en de vlucht Indië- Nederland, door Harm J. Hazewinkel
    In de jaren 1919-1920 werden meerdere plannen gemaakt om Nederland en Indië door de lucht met elkaar te verbinden. Een van die plannen werd gemaakt door kapitein Willem Leendertz van de Luchtvaart Afdeling van het KNIL en die – voorgenomen- vlucht was om meer dan één reden opmerkelijk.
  • Nederlandse vliegers in Duitse dienst, door Frits Gerdessen en Anne Tjepkema
    Velen zullen het antwoord op de vraag wie de eerste Nederlandse jetvlieger was, schuldig blijven. Op zijn best mag je een antwoord verwachten richting Jan Flinterman, instructeur op de Gloster Meteor en Formule 1-coureur. Maar het was – met een slag om de arm – in 1945 Eddy de Graaff die op de Messerschmitt Me-262 werd geconverteerd. Naast De Graaff deed ranggenoot reserve sergeant-vlieger Jan Kuhn tijdens de Tweede Wereldoorlog eveneens dienst als vlieger in de Luftwaffe. In dit artikel behandelen wij voorts de lotgevallen van ander Nederlands vliegend personeel in Duitse dienst als vlieger en niet-vlieger.
  • Hawker Hurricanes voor de LVA, door Frits Gerdessen
    In 1937-1938 toonde de LVA grote belangstelling voor de Hawker Hurricane, waarbij levering in twee series werd overwogen, om voor de tweede serie eventueel voor de Supermarine Spitfire te kunnen kiezen. Voor de Spitfire werd zelfs geïnformeerd naar mogelijkheden voor licentiebouw. In 1939 werd echter besloten de goedkopere Koolhoven FK.58 aan te schaffen, tegen de zin van de LVA.


    Verder een aanvulling over het artikel "Ploon- De stoottroepen gaan vliegen" in 2020-4 door Coert Munk en enkele anekdotes over de Fokker F.28 door Jan Keersemaker.

    Vaste rubrieken:
  • Fokker F.VIIa van de KLM, door Thijs de Boer.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen ((Fairey Firefly door Matthew Willis (Key Books, 2020); Vliegende Hollanders; het ware verhaal van Antony Fokker & Albert Plesman door Marc Dierikx (Boom, 2020); Vliegende Hollanders; pioniers van de Nederlandse luchtvaart, naar het scenario van de gelijknamige televisieserie door Chris Houtman (Xander Uitgevers, 2020); Werkpaard en vredesduif – De de Havilland D.H. 89 Dragon Rapide en Dominie in Nederland en Indië door Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications, 2020); Netherlands East Indies Air Transport units of the Militaire Luchtvaart KNIL (Aviation Corps of the Royal NEI Army) and their aircraft in Australia and Java, 16 January 1943- 1 November 1946 door P.C. Boer (Dutch Aviation Publications, 2020) en Vliegen als een vogel- de historie van het Nederlandse zweefvliegen door Wim Adriaansen (Stichting Nederlands Historisch Zweefvliegarchief, 2020))

LUCHTVAARTKENNIS No4 2020
  • Portsmouth naar Johannesburg 1936- de vergeten Schlesinger Race, door Harm Hazewinkel
    “De race was een complete nonsens. Ik ben blij dat we de terugtocht niet in een lijkenzak maakten.” Aldus Charles W.A. Scott bij zijn terugkeer in Engeland na de door hem en Giles Guthrie gewonnen Schlesinger Race naar Zuid­ Afrika in 1936. In een terugblik op dat jaar constateerde ‘Flight’ over die race dat “hoe minder erover wordt gezegd, des te beter.” Inderdaad leeft deze thans vrijwel vergeten race van Portsmouth naar Johannesburg niet voort als een hoogtepunt in de luchtvaartgeschiedenis. Maar als het om drama gaat, blijft het de moeite waard erover te vertellen.
  • Dirk Roosenburg: huis-architect van de KLM, door Arno Landewers
    Vanaf de Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam (ELTA) in 1919 tot aan zijn overlijden in 1953 werkte KLM administrateur/directeur Albert Plesman samen met architect en vormgever Dirk Roosenburg. Roosenburg ontwierp ondermeer het beroemde KLM­ vink logo en stationsgebouwen voor diverse vliegvelden. Hij drukte daarmee een belangrijke stempel op de vooroorlogse Nederlandse luchtvaart infrastructuur.
  • ‘Ploon’ - de stoottroepen gaan vliegen, door Coert Munk
    Nieuw archiefmateriaal rond de Bücker Bestmann “Ploon”, de latere PH-AAA, over het gebruik tijdens het einde van de Tweede Wereldoorlog door Nederlandse stoottroepen is opgedoken. De stoottroepen blijken ook nog een tweede vliegtuig gebruikt te hebben: een Gotha 150.


    Verder een aanvulling over het artikel over de Presentation Spitfires, en dan met name de crash van Spitfire P8339 “Madura” voor de kust van Hoek van Holland op 21 september 1942.

    Vaste rubrieken:
  • In de rubriek “in model” gaat Paul Beukema in op een model van de Pander D.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen (the Fokker Fours- Fokker F-32, F.XXXVI, F.XXII and four-engined projects door Rob J.M. Mulder (European Airlines, 2019); Dienen in nood (deel 2)- het vliegende reddingsteam van de KLu 1994-2015 door Pieter L. Schram (Lanastra/Violaero, 2020), Difoga 421 en Fokker F.25 Promotor- vliegtuigbouw voor Frits Diepen door Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications, 2019))

LUCHTVAARTKENNIS No3 2020
  • Restauratie van een Poolse (maar ook Nederlandse) Spitfire, door Jan Willem de Wijn
    Het verhaal van enkele Spitfires die via het Spitfire Fonds (de voorloper van het Prins Bernhard Cultuur Fonds) zijn gefinancierd door giften uit Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen.
  • Italiaanse driedekkers: de Breda- Pensuti en de Sarri Vampiro, door Harm Hazewinkel
  • De Kranich – een beroemd zweefvliegtuig, door Neelco Osinga
    Met de achtergronden van de ontwikkeling van de Kranich, en de exemplaren die in Nederland hebben gevlogen.
  • De Douglas 100-tons bommenwerper, door Kees Rijzenbol
    Als het om bommenwerpers gaat, is Douglas voornamelijk bekend geworden met tweemotorige bommenwerpers als de B-18 en B-23, de DB-7/A-20 Havoc/Boston en de A-26 Invader. Toch heeft Douglas eind jaren 30/begin jaren 40 ook ontwerpen gemaakt voor viermotorige bommenwerpers, en zelfs een zesmotorige.
  • De Fokker T.V voor de LA-KNIL, door Frits Gerdessen
    Fokker heeft in 1935-1937 getracht de T.V aan de Luchtvaart Afdeeling van het KNIL (de LA-KNIL) te verkopen. Dat is niet gelukt, maar deze pogingen zijn wel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de T.V. In het artikel wordt ook ingegaan op belangstelling van de Argentijnse luchtmacht voor de Fokker T.V.

    In de rubriek Biografische Bouwstenen (met gegevens en vliegstaten van aspirant vliegers van de KLM uit de jaren 30) aandacht voor Frans van Breemen, die bekend werd als KNILM- en KLM gezagvoerder, en tijdens de Tweede Wereldoorlog het Vliegerskruis verdiende voor operaties vanuit Australië.



    Vaste rubrieken:
  • In de rubriek “in model” gaat Rob Hamann in op een aantal modellen van wat minder bekende Fokkers uit de Eerste Wereldoorlog, zoals de M.9, V.8 en V.23.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen (Kroniek van de Koninklijke Luchtmacht (redactie Rogier Koedijk en Jan Janssen; JEA, 2019); Northrop NF-5 – de historie van de NF-5 bij de Koninklijke Luchtmacht door Cor van Gent (Violaero/Lanasta, 2020))

LUCHTVAARTKENNIS No2 2020
  • EMBRAER- van exoot tot marktleider, door Arno Landewers
    De afgelopen 20 jaar is de Braziliaanse vliegtuigbouwer EMBRAER marktleider geworden voor verkeersvliegtuigen voor de korte tot middellange afstanden, en inmiddels na Boeing en Airbus ’s werelds derde grote vliegtuigbouwer. KLM Cityhopper is binnen Europa de grootse gebruiker van de ERJ 175 en ERJ 190. Het ontstaan van EMBRAER is een boeiende geschiedenis: door combinatie van de opzet van onderwijs-en onderzoekfaciliteiten, licentiebouw en modulair ontwerpen, kon profiterend van een periode van economische groei een bedrijf ontstaan dat na een dreigende ondergang in de jaren 90 met succes geprivatiseerd werd.
  • Luchtvaart en muziek, door Harm Hazewinkel
    Een aanvulling op een eerder artikel over klassieke composities geinspireerd door de luchtvaart.
  • Het de Schelde/Van Lammeren Lange Afstands Vliegtuig, door Frits Gerdessen
    In 1936/37 werd de de NV Koninklijke Maatschappij de Schelde een houten mock-up gebouwd van het door Th. J.W. Van Lammeren van de KLM ontworpen Lange Afstands Vliegtuig. Het was bestemd voor vervoer van post en enkele passagiers naar Suriname. Het geheel metalen toestel zou gebruik maken van onderdelen van de Douglas DC-3. Mede omdat Fokker, de vertegenwoordiger van Douglas, hieraan weigerde mee te werken moest het project worden stopgezet.
  • Sonnig Jet in Libië, door Arno Landewers
    Sinds vorig jaar is in Libië, na enkele jaren van relatieve rust, een hevige burgeroorlog uitgebroken, waarbij de strijdende partijen door diverse landen in de regio worden gesteund. In het algemeen laten we in ons blad “history in the making” rusten tot later, maar in dit geval lijkt het nuttig al wat feiten vast te leggen, ook al omdat er in de Nederlandse pers en nieuwsmedia nauwelijks aandacht aan wordt besteed. Bovendien is er een interessant feit: een aantal op Aruba geregistreerde vliegtuigen spelen een rol in de strijd.


    Vaste rubrieken:
  • In de nieuwe rubriek “in model” gaat Rob Hamann in op een recent verschenen statisch schaalmodel van de Trompenburg- Spijker V.2.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen (Bram Bouwens, Frido Ogier - Welcome aboard! Een eeuw KLM; Ron Wunderink- Met KLM de wereld rond. Een eeuw Flying Dutchman; Martijn F. Le Coultre- KLM; the first century- 1919-2019: an exhibition at Design Museum Dedel; Wim Nijenhuis- Mitchell Masterpieces Volume 2- An Illustrated History of paint jobs on B-25's in Foreign Military Service; Bas Kreuger- KAIS – het waargebeurde verhaal van een redding uit de moerassen van Nieuw-Guinea zomer 1944; Santiago Rivas, Amaru Tincopa, Nico Braas en Edwin van Hoogschagen- A-17 – the complete history of the Northrop attack planes and its export derivatives).

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2020
  • Van luchttorpedo tot UAV: de geschiedenis van het onbemande vliegtuig, door Arno Landewers
    Naar aanleiding van de ingebruikname van het General Atomics MQ-9 Reaper onbemande vliegtuig door de Koninklijke Luchtmacht in de loop van dit jaar wordt in de geschiedenis van het onbemande vliegtuig gedoken. De ontwikkeling van onbemande vliegtuigen startte al tijdens de Eerste Wereldoorlog en liep langs verschillende, soms tijdelijk samenvallende paden. We volgen het pad dat uitkomt bij de moderne “drone”, de militaire Unmanned Aerial Vehicle (UAV) waarvan de Reaper een voorbeeld is, en zien dat dit gedeeltelijk samenloop met de ontwikkeling van doelvliegtuigen en vliegende bommen.
  • De Japanse luchtstrijdkrachten in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, door Anne Tjepkema
    Rond 1900 ontpopte Japan zich op het wereldtoneel tot een geduchte mogendheid. Het had China in 1894/1895 op zee verslagen en was bezig met het veroveren van eilanden in de westelijke Pacific en gebied op het Aziatische vasteland. Groot-Brittannië, dat als maritieme en koloniale mogendheid last had van “imperial overstretch” en in de Europese wateren de opkomst van de Duitse marine moest pareren, besloot in 1902 tot de sluiting van een zeeverdrag met Japan. Daardoor gedekt verklaarde Japan de oorlog aan Duitsland met het oog op de Duitse bezittingen, in het bijzonder de eilandengroepen noord van de evenaar. Toen in de Japans-Russische oorlog in 1905 de Russische vloot bij Tushima een verpletterende nederlaag leed, was het ook in Nederlands-Indië duidelijk dat zich een nieuwe en formidabele dreiging manifesteerde.
  • De geschiedenis van de Poolse Spin, door Gert den Herder
    In dit artikel staat die Fokker Spin centraal, die permanent aanwezig is in het hoofdgebouw van het Aviodrome te Lelystad. Deze in 1912 of 1913 gebouwde Spin wordt ook wel aangeduid als “Poolse Spin” of “Krakau Spin”, vanwege zijn verblijf in het Poolse Krakau gedurende vele jaren na de Tweede Wereldoorlog.
  • … nog meer over de PH-VYG, door Jan Evert Leeuw
    Over de opmerkelijke geschiedenis van de De Havilland DH-85 Leopard Moth PH-VYG (c/n7037) is al veel geschreven. Deze machine vloog voor de Tweede Wereldoorlog al in Nederland, “dook onder” tijdens de oorlog om in mei 1945 weer op te duiken, en werd gebruikt door Prins Bernhard. Over een kortstondige in beslagname, op 10 mei 1945 op het vliegveld van Eindhoven, werden in de Nationaal Archief nieuwe gegevens gevonden.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2019
  • De wedstrijden onder de naam Deutsch de la Meuthe, door Harm J. Hazewinkel
    Henry Deutsch de la Meurthe (1846-1919) was een Frans industrieel, die groot was geworden in de dan vroege petroleumindustrie. Maar zijn naam leeft in de luchtvaart voort in de diverse competities die zijn naam hebben gedragen. Ze hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de luchtvaart en hun verhaal is waard verteld te worden.
  • De laatste vlucht van een Douglas Boston- een voor Indië bestemde Boston eindigde in Finland, door Frits Gerdessen
  • Aero Ab 11, door Harm J. Hazewinkel
    Op vrijdag 25 juni 1926 was op het vliegveld Waalhaven de Aero Ab 11 L-BUCD te zien. Die mogelijkheid deed zich maar kort voor want dezelfde dag vertrok de machine al weer richting Kopenhagen. Waalhaven was dan ook onderdeel van een grotere Europese tournee met de Aero Ab 11.
  • Avro 748, door Harm J. Hazewinkel
  • Een Fokker monument bij Neuenburg am Rhein, door Gert den Herder



    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking (Wunderwaffen, uitgever Daedalus, 9 delen verschenen vanaf 2015).


LUCHTVAARTKENNIS No.3 2019
  • Voormalige MLD Lockheed P2V-5 Neptunes boven Portugees Guinee, Angola en Mozambique, door Arno Landewers
    Vanaf 1961 werd Portugal geconfronteerd met onafhankelijkheidsstrijd in drie Afrikaanse koloniën: Angola, Guinee (het tegenwoordige Guinee¬ Bissau) en Mozambique. Portugal was vanaf de oprichting in 1949 lid van de NAVO en had veel materieel ontvangen onder het Mutual Defence Assistance Program (MDAP) hulpprogramma. Maar het gebruik van dit materieel buiten het NAVO gebied leidde tot Amerikaanse protesten. Voor uitbreiding van de luchtmacht in de koloniën kon Portugal uiteindelijk putten uit vliegtuigen verkregen uit Frankrijk en door een overeenkomst met Duitsland, maar toch werden ook beperkt vliegtuigen ingezet die onder MDAP waren geleverd. Daaronder was een aantal voormalige MLD Lockheed P2V¬5 Neptunes, die onder meer vanaf de Kaapverdische Eilanden de scheepvaart observeerden, boven Guinee als bommenwerper werden ingezet en in Mozambique werden gebruikt in een koude oorlog met Britse Shackletons.
  • De driedekkers van de gebroeders Ricci, door Harm J. Hazewinkel
    Bij driedekkers denkt de gemiddelde lezer uiteraard aan de Dr I van Fokker en wellicht aan de Sopwith Triplane. Bij enig nadenken komt men waarschijnlijk op nog enkele andere. Maar weinigen zullen denken aan de ontwerpen van de Italiaanse gebroeders Ettore en Umberto Ricci. Toch hebben ook zij kort na de Eerste Wereldoorlog driedekkers gebouwd, waarvan een zelfs de eretitel kreeg “het kleinste vliegtuig ter wereld”.
  • Fokker F.40 (F.XL), door Frits Gerdessen
    In de tweede helft van de jaren 30 maakte Fokker een ontwerp voor een viermotorig verkeersvliegtuig, dat de concurrentie met de door Douglas en Lockheed aangeboden viermotorige vliegtuigen moest aangaan. Het ontwerp van de F.40 met dikke middenvleugel en twee staartbomen was al bekend, maar nu blijken er ook drie andere ontwerpen onder de noemer F.40 te zijn gemaakt van vliegtuigen met een meer conventionele configuratie.
  • Luchtvaart op het concertpodium, door Harm J. Hazewinkell
    Een overzicht van werken van componisten van klassieke muziek die zich lieten inspireren door de luchtvaart.
  • Een Fokker F.III met Liberty motor, door Gert P.M. Blüm
    Van de F.III is bekend dat die met verscheidene typen motoren was uitgerust, zoals de BMW III, de Siddeley Puma, de Hiero, de Rolls Royce Eagle en zelfs met een Gnome-Rhône Jupiter of Titan. Tot nu toe was nog niet bekend dat er in de Verenigde Staten ook een exemplaar met een Liberty motor heeft gevlogen.
  • Biografische bouwstenen: Andries van der Poest Clement
    Uit de reeks van aspirant vliegers van de KLM uit de jaren 20 en 30, de bekende LVA vlieger van der Poest Clement.

    Verder een korte correctie op het artikel over de vroege F.III fabrieksnummers van de H-NABG/H-NABN in LUCHTVAARTKENNIS 2019-2 en een kort artikeltje over de Miles Whitney Straight van de MVAF .


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking (Theo Wesselink – Carley- Werkspoor “Jumbo”, een vrachtvliegtuig voor de KLM; Classic Wings No 2, Dutch Aviation Publications, 2019, Venlo).


LUCHTVAARTKENNIS No.2 2019
  • Carl Kriger in Nederland - een Oostenrijkse vlieger in Friesland en daarbuiten, door Harm J. Hazewinkel
    Na de Eerste Wereldoorlog kwamen voormalige oorlogsvliegers uit diverse landen naar Nederland. Daar vielen immers harde guldens te verdienen met vliegdemonstraties, een fenomeen dat de gemiddelde Nederlander niet zo vaak of geheel niet had aanschouwd, en veel concurrentie van Nederlandse beroepsgenoten was er niet. Onder hen was de voormalige Oostenrijkse “Feldpilot”, doe een vliegtuig van Oostenrijkse makelij meenam. Hij wordt vooral actief in Friesland, onder meer als vlieger op de (kortstondig bestaande) luchtlijn Leeuwarden-Amsterdam.
  • Dijker- een vergeten pionier?
    Enkele berichten uit de pers in 1908-1909 over de Zuilense uitvinder Dijker, die in die tijd enkele vliegapparaten heeft ontworpen en zou hebben gebouwd.
  • De fabrieksnummers van de Fokker F.III’s voor de KLM, door Gert P.M. Blüm
    Een uiteenzetting over de fabrieksnummer van de met Siddeley Puma motoren uitgeruste Fokker F.III’s van de KLM.
  • Vliegmachines op Zandvoorts strand en kust, door Jan Gerrits
    Met aandacht voor de activiteiten van Gerrit Boerlage (1911-1913), vooroorlogse militaire activiteiten op het strand en de poging een sportvliegveld aan te leggen.
  • de “tourisme vliegtuigen” van Caudron - Phalène, Frégate en Pélican, door Harm J. Hazewinkel

    Verder een korte aanvulling op het artikel over Fritz Hettling in LUCHTVAARTKENNIS 2018-3.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2019
  • Het jaar 1919 – meer dan Fokker, KLM en ELTA, door Harm J. Hazewinkel
    Dit jaar wordt stilgestaan bij 100 jaar burgerluchtvaart in Nederland: in 1919 maakte Nederland met de ELTA (Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam) kennis met de (toen) moderne luchtvaart, werd de KLM opgericht, vestigde Fokker zich in Nederland (op het voormalige ELTA terrein) en werd de Rijksstudiedienst voor Luchtvaart (RSL, voorloper van het huidige NLR) opgericht. Maar dat er in 1919 nog zoveel meer gebeurde op luchtvaartgebied in Nederland wordt nog wel eens vergeten. In een 20 blz lang artikel wordt daarvan een overzicht gegeven. Hierin komen uiteraard ook de ELTA en Fokker aan bod (de KLM begon pas in 1920 te vliegen), maar ook onder meer de vliegdemonstaties tijdens de REGATA (Reclame en Grafische Arbeid Tentoonstelling Amsterdam), de vliegactiviteiten op Lustoord Molenheide bij Helmond, het vliegfeest op Ockenburgh; de eerste pogingen vliegdiensten tot stand te brengen (COBOR, ILVO en Neluma), de activiteiten van Joop Carley in Ede.
  • De Schelde S.21 en de LVA, en de niet bestaande Fw 198, door Frits Gerdessen
    Enkele nieuwe feiten over de relatie tussen het De Schelde S.21 jachtvliegtuig, en de Focke-Wulf Fw 198, een door de Duitse propaganda machine rond 1940 bedacht niet bestaand vliegtuig.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen (Theo Wesselink en Harm J. Hazewinkel - De Nederlandse burgerluchtvloot 1945-1970, 3 delen, Dutch Aviation Productions, 2018; M.T.A. Schep - De geschiedenis van camouflage en kenmerken van vliegtuigen van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, Geromy, 2018; Karel Kalkman - Fokker schoolvliegtuigen en de militaire vliegopleiding 1913-1940, Lanasta, 2018; Vervlogen jaren, de memoires van luchtvaartpionier Jan Bach, Flying Pencil, 2018; Lennart Andersson, Günter Endres, Rob J.M. Mulder- Junkers Ju 52/3m, succes beyond the Luftwaffe, EAM Books, 2018).


LUCHTVAARTKENNIS No.4 2018
  • De T-10 en de T-20 – zweefvliegtuigen van Nederlands ontwerp, door Wim Adriaansen
    In de lente van 1952 werden op Ypenburg de eerste vluchten gemaakt met een door Jan Akerboom (een Fokker medewerker) en Jaap Schmidt (technisch ambtenaar bij de Rijksluchtvaartdienst) ontworpen en gebouwd zweefvliegtuig, de T-10. De machine, een eenzitter bedoeld voor gebruik door zweefvliegclubs en daarom van een eenvoudige hout/staalbuis constructie, zou met steun van de firma Schreiner en kapitaal uit de vooroorlogse Koolhoven vliegtuigfabriek in productie worden genomen en als standaardvliegtuig in Nederland worden gebruikt. Er werd ook een tweezits versie van het toestel gebouwd, de T-20, maar zowel de plannen voor seriebouw in Nederland als licentiebouw in Duitsland liepen op niets uit.
  • Istres – Damascus – Parijs; een transatlantische race naar Syrië en terug, door Harm J. Hazewinkel
    In 1936 bood de Franse regering steun aan het plan een luchtrace te organiseren van New York naar Parijs. De luchtrace zou in 1937 plaatsvinden als eerbetoon aan Charles Lindbergh, die tien jaar eerder als eerste van New York naar Parijs was gevlogen. Na aanvankelijk enthousiasme gaven de Amerikaanse autoriteiten echter geen toestemming voor de race. Uiteindelijk werd in een race van Parijs naar Damascus een alternatief gevonden, waarbij de vluchtafstand ongeveer gelijk was aan die van New York naar Parijs, en waarbij een deel ter lengte van ruim 2900 km (ongeveer de afstand van Newfoundland naar Ierland) non-stop moest worden afgelegd. Het deelnemersveld bleef beperkt tot 14 vliegtuigen, met voornamelijk Franse en Italiaanse toestellen. De race verliep zonder grote incidenten, maar verliep voor Frankrijk uiterst teleurstellend omdat een drietal Italiaanse deelnemers beslag op het podium wisten te leggen.
  • De Fokker D.XXI in Finland – technische aspecten, door Frits Gerdessen
    Zoals bekend is de Fokker D.XXI niet alleen in Nederland, maar ook in Finland gebruikt en gebouwd. In Nederland kwam daar na mei 1940 een einde aan, in Finland waren de machines nog tot na de oorlog in gebruik. De Finnen modificeerden de D.XXI flink. Frits Gerdessen beschrijft de belangrijkste aanpassingen en modificaties in detail.
  • Fauvel AV-10 – de vliegende vleugel van Fauvel in Nederland, door Harm J. Hazewinkel
    Een van de bijzondere vliegtuigen die Nederland in de jaren 30 te zien kreeg, was een “vliegende vleugel”, ontworpen door de Fransman Charles Fauvel. Deze Fauvel AV-10 was opmerkelijk genoeg om de voorplaat van weekblad “de Vliegsport” van 15 mei 1936 te sieren. Voor zover bekend bleef het echter bij dit ene bezoek aan Nederland, maar de AV-10 vloog in Frankrijk nog door tot na de oorlog.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking (Dick Staring - De Luchtoorlog 1914-1918 - De strijd in de derde dimensie tijdens de Eerste Wereldoorlog, NIMH/Geromy, 2018).


LUCHTVAARTKENNIS No.3 2018
  • Fritz Hettling, een Duitse vlieger in Nederland en Indië, door Harm J. Hazewinkel
    De Duitse vlieger Fritz Hettling kwam kort na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland. Na de ELTA (Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam), waar hij voor de Deutsche Flugzeugwerke (DFW) demonstratievluchten uitvoerde, besloot hij in Nederland te blijven, waarbij hij voor diverse (kortstondig bestaande) Nederlandse ondernemingen demonstratievluchten en rondvluchten uitvoerde. In 1921 ging Hettling, samen met zijn collega Emil Budde, een Fokker D.7 en twee Albatros B II's, naar Nederlands-Indië voor het geven van rondvluchten en demonstraties, die het hele jaar voortduurden. In 1924 en 1925 was Hettling weer in Nederlands-Indië te vinden, maar wegens afnemende belangstelling moest hij eind 1925 terugkeren naar Duitsland.
  • Bladmuziek en luchtvaart, door Wim Snieder
    Al tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond de eerste (militaire) muziek in de vorm van bladmuziek (notenschrift) met luchtvaart als thematiek, in 1919 schreef Michel de Cock met het "ELTA vlieglied" waarschijnlijk de eerste Nederlandse muziek met luchtvaart als inspiratie. De hoogtijdagen van de door luchtvaart geïnspireerde muziek in Nederland waren de jaren 20 en 30, samenhangend met de diverse KLM pioniersvluchten.
  • Zweefvliegen op de Wasserkuppe in 1921 en 1922 - deel 2, door Wim Adriaansen
    Het tweede deel van een fotografische impressie met toelichtingen van Wim Adriaansen over de beginjaren van de zweefvliegactiviteiten op de Wasserkuppe in Duitsland.
  • Een Forney F-1 op de Antillen, door Gerard Casius
    Begin jaren 70 was Gerard Casius, destijds woonachtig op Sint Maarten, eigenaar van een Forney F-1 (een door Forney gebouwde Erco Ercoupe). Het toestel had een bijzondere herkomst, Gerard verteld er over.
  • de wederopbouw van de Finse luchtmacht na 1945, door Frits Gerdessen
    Op 10 februari 1947 werd in Parijs het vredesverdrag tussen Finland en de Sovjet-Unie ondertekend. In 2002 gaf de Finse luchtvaarthistoricus Carl Fredrik Geust in het Zweedse internetforum "parsimony" een beknopte uiteenzetting over de voorwaarden in dat vredesverdrag. Geust ging daarbij niet alleen in op de beperkingen en hun uitwerking, maar ook op de vanaf 1958 ingezette wederopbouw, en dat leverde interessante en weinig bekende informatie op, waarin in dit artikel verder op wordt ingegaan.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • BoekbesprekingBoekbespreking (Simon J. Boersen - Albert Gillis von Baumhauer, een veelzijdig Nederlands luchtvaartingenieur, Lanasta, 2018 en Rob J.M. Mulder - The beginnings of Norways's Airlines; Part I: 1918-1922; Europen Airlines Rob Mulder, 2018).


LUCHTVAARTKENNIS No.2 2018
  • Een Transatlantisch fiasco: de "Amerikaanse" Fokker F-11 nader belicht, door Gert Blüm
    Hoewel er al veel is gepubliceerd over het Fokker type dat in Amerika als F-11 en in Europa als B-IV bekend stond, blijft toch nog steeds informatie boven tafel komen die de moeite waard is breder onder de aandacht te brengen. Vandaar deze terugblik, met daarin ook aandacht voor het financieel fiasco van dit model voor zowel de Nederlandse als Amerikaanse Fokkerfabriek.
  • Orta- St Hubert, door Harm Hazewinkel
    Lichte vliegtuigen zijn in België met een redelijk en soms aanzienlijk succes ontworpen en gebouwd. Het meest bekend zijn waarschijnlijk de Stampe en Vertongen SV-4 en de Tipsy Nipper, maar er zijn ook andere gevallen. Een daarvan was de Orta - St Hubert parasoldekker, waarvan er tussen 1928 en 1932 vijftien werden gebouwd.
  • Fokker Rio: herinneringen
    In het artikel over Fokker Rio in LUCHTVAARTKENNIS 2017-3 trof Rob Hamann de naam de Hundt aan. Dat is de achternaam van zijn voormalige buurman Bert de Hundt, die wel eens had verteld dat hij als kind in Brazilië had gewoond omdat zijn vader, Bep de Hundt, bij Fokker Rio werkte. Navraag bij Bert de Hundt leverde een interessant inkijkje in (een deel van) de Nederlandse Fokker kolonie in Rio. Rob Hamann zette het verhaal op papier, en bovendien kunnen we uit het familiealbum diverse fraaie foto's publiceren.
  • Ryan FR-1/FR-4 Fireball - het eerste (en laatste!) operationele Amerikaanse jachtvliegtuig met gemengde voortstuwing, door Nico Braas
    Met de komst van de eerste bruikbare Britse straalmotoren kon op 1 oktober 1942 het eerste Amerikaanse straalvliegtuig, de Bell P-59 Airacomet, de eerste vlucht maken. Omdat operaties van vliegdekschepen met deze eerste straaljagers problematisch was, stelde de US Navy een specificatie op voor een jachtvliegtuig dat met hulp van een zuigermotor zou kunnen starten en landen vanaf/op vliegdekschepen, en in vlucht gebruik kon maken van aanvullende straalvoorstuwing. Dit resulteerde in de Ryan Fireball, waarvan er een kleine 70 zijn gebouwd. Door de snelle ontwikkeling van de straalmotor konden in 1947 de Fireballs al buiten gebruik worden genomen en worden vervangen door straalvliegtuigen.
  • biografische bouwstenen: J.S.W. van de Feijst
    Uit de serie over (aspirant-) vliegers van de KLM aandacht voor van der Feijst, die na een mislukte poging in 1928 in 1932 in KLM dienst kwam en in juli 1935 verongelukte als gezagvoerder van de KLM Douglas DC-2 "Gaai".

    Verder korte bijdragen over het lot van de Fokker DG-1 en FG-2, en in aanvulling op het vorige nummer meer informatie over J.Th. Rijntjes
    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • BoekbesprekingBoekbespreking (Harm J. Hazewinkel en Theo Wesselink, Burgerluchtvaart in Nederlands-Indië tot 1950; Dutch Aviation Publications; 2018).


LUCHTVAARTKENNIS No.1 2018
  • Ford Trimotor In Nederland, door Harm J. Hazewinkel
    De Ford Trimotor is nog steeds een klassiek vliegtuig uit de vroege luchtvaartgeschiedenis. In 1935 werd voor korte tijd een Trimotor in Nederland ingeschreven. Reeds twee keer eerder was echter een exemplaar in Nederland te zien. Voor het eerst was dat in 1929 en in 1931 kwam nog eens een Trimotor naar Nederland, in beide gevallen voor demonstratievluchten.
  • Henri Frans Bethbeder en de Bachem Natter, door Arno Landewers
    Over het Bachem Natter verticaal startende raketvliegtuig, één van de opvallende projecten waar in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog in Nazi ­Duitsland aan werd gewerkt, is al het een en ander gepubliceerd. In de meeste daarvan wordt wel vermeld dat de Nederlander Henri Frans Bethbeder een belangrijke rol speelde in het ontwerp van de Natter. Maar tot hij zelf in de jaren 70 de publiciteit zocht, was hij vrijwel geheel vergeten en in nevelen gehuld, en nog steeds is veel onduidelijk over deze Nederlandse ingenieur, die aan de verkeerde kant van de geschiedenis carrière maakte.
  • Zweefvliegen op de Wasserkuppe in 1921 en 1922
    Het eerste deel van een fotografische indruk van de vroege zweefvliegpogingen op de Wasserkuppe in Duitsland in 1921/1922, van commentaar voorzien door Wim Adriaansen.
  • Een schooljongen op Schiphol, door Jan Keersemaker
    Herinneringen aan vakantiewerk bij de KLM op Schiphol rond 1956.
  • De eerste Fokker B.V en B.VI, door Frits Gerdessen
    Al eerder werd in LUCHTVAARTKENNIS aandacht besteedt aan de B.V vliegboot uit 1935. Maar in 1927 was er bij Fokker ook al gewerkt aan een ontwerpen voor een vliegboot voor zes passagiers, en deze werd ook B.V genoemd. In 1929 werden ook tekeningen gemaakt van de B.VI, een vierpersoons amfibie met duidelijke familietrekken met deze eerste B.V.
  • Voor de vlucht
    Een overdruk van de "zaken, die een vliegenier bij elke opstijging persoonlijk moet nagaan". Het betreft de controles en procedures die een LVA vlieger en mecanicien eind 1916 werden geacht uit te voeren voor werd opgestegen.
  • biografische bouwstenen: Jac. Th. Rijntjes
    Gegevens uit het archief van aspirant KLM vliegers over voormalig LVA vlieger Rijntjes, die later bekend werd als reclamevlieger, invlieger (bij De Schelde) en RLS instructeur.

    Verder een kort artikeltje over het ULV-project van Schreiner en de KLM uit 1985, en de traditionele eindejaars puzzel, deze keer over sportvliegtuigen.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking (Wim Nijenhuis, Mitchell Masterpieces Volume 1 - An Illustrated History on paint jobs on B-25's in U.S. service; Violaero; Emmen; 2017).


LUCHTVAARTKENNIS No.4 2017
  • Start in Duitsland- Anthony Fokker als zweefvlieger, door Wim Adriaansen
    In 1921 ging Antony Fokker op bezoek op de Wasserkuppe bij Gersfeld in het Duitse Rhöngebergte, waar enthousiast werd gepionierd met zweefvliegtuigen. In 1922 keert hij er terug, met twee zelf ontworpen zweefvliegtuigen: de FG-1 en FG-II. Hij vestigt er een wereldrecord voor tweezitters, en vliegt eind 1922 ook in Engeland.
  • Het “reuzenvliegtuig” en Nederland- de geschiedenis van de Junkers G 38, door Harm J. Hazewinkel
    Op zondag 31 augustus 1930 rond half 8 ’s avonds landde op de Rotterdamse luchthaven Waalhaven een bijzonder vliegtuig, het grootste vliegtuig ter wereld. Tweeduizend mensen stonden op het vliegveld de luchtreus op te wachten. Het was de eerste kennismaking van Nederland met de Junkers G 38, die later door de Deutsche Luft Hansa ook op lijndiensten naar Schiphol zou worden ingezet.
  • “Türme des Schweigens” – een Duitse avonturenfilm met steun van de KLM en een Nederlandse held, door Harm J. Hazewinkel
    In 1952 werd een Duitse speelfilm uitgebracht van regisseur (en ex-langeafstandsvlieger) Hans Bertrams. De KLM financierde een flink deel van de film, en stelde ook nog eens een Constellation beschikbaar. Maar waarom de KLM hier bij betrokken was, is vooralsnog onduidelijk.
  • Op zoek naar Het Vliegtuigenboekje, door Harm J. Hazewinkel
    Het “Vliegtuigenboekje” kwam uit in 1939 of 1940. De toen moderne vliegtuigtypen werden er in beschreven, waarbij opviel dat de auteur vliegtuigen van Duitse herkomst niet bepaald prominent aandacht gaf. Jaar van uitgave, uitgever en auteur zijn lange tijd onbekend gebleven, maar met enig speurwerk is in ieder geval een deel van die puzzel opgelost.
  • Oranje bol en rozet, door Frits Gerdessen
    In de loop van de jaren hebben Nederlandse militaire vliegtuigen vier kentekens gevoerd. Van 1914 tot 1921 de oranje bol, en daarna tot heden de rood-wit-blauwe rozet. Deze werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vervangen door de oranje driehoek en de rood-wit-blauwe vlag. De oranje bol en de rozet werden in 1914 en 1921 officieel voorgeschreven. Gebleken is echter dat deze kentekens bij de vliegdiensten in Nederland en Nederlands-Indië al eerder werden gevoerd. Ze waren blijkbaar het idee van de vliegers en werden later gelegaliseerd..
  • Fokker T.10 – de ontwerpen 168 en 169 en hun concurrenten, door Frits Gerdessen
    In het najaar van 1938 ontwikkelde Fokker voor de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) twee watervliegtuigen, die waren bedoeld als opvolger van de T.8W. Als één van deze typen gebouwd zou worden, zou dit de T.10W worden. De MLD toonde echter ook belangstelling voor een Koolhoven ontwerp en de Amerikaanse Douglas TBD-1 Devestator.

    Verder een kort artikeltje over het ULV-project van Schreiner en de KLM uit 1985, en de traditionele eindejaars puzzel, deze keer over sportvliegtuigen.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking (Thom Rensing, “zorg dat je d’r bij kwam”- Het woordenboek der Koninklijke Marine van toen en nu (Lanasta, Emmen)).


LUCHTVAARTKENNIS No.3 2017
  • Fokker Rio- een mislukt Zuid-Amerikaans avontuur, door Arno Landewers
    Begin jaren 50 richtte Fokker een productiebedrijf voor vliegtuigen op in Brazilië, dat bekend werd onder de naam Fokker Rio. Een conflict met de Braziliaanse luchtmacht, de enige klant van Fokker Rio, liep zo hoog op dat de Braziliaanse overheid het bedrijf uiteindelijk confisqueerde. Hoewel we waarschijnlijk nooit alle achtergronden boven tafel krijgen, geeft met name het diplomatieke verkeer tijdens 1959 en 1960 een boeiend inzicht in hoe het zo ver kon komen.
  • Alexander Alexandrowitsj Koezminskij (1881-1930), door Harm J. Hazewinkel
    De derde vliegenier die in Nederlands-­Indië de lucht in ging was een Rus, Alexander Alexandrowitsj Koezminskij (in die tijd meestal in de Franse transcriptie van het Russisch als Kouzminsky geschreven). In de Nederlandse en Indische luchtvaartgeschiedenis is hij een voetnoot gebleven. Zo zeer zelfs dat op gezag van een artikel in “Avia” van 5 juni 1914 lange tijd is aangenomen dat hij in 1914 bij een ongeval om het leven is gekomen. Dit is echter onjuist, maar Rusland was ver weg en na oorlog en revolutie interesseerde deze Rus de Nederlandse (en Russische) luchtvaarthistorici minder. Genoeg reden om Koezminskij en zijn rol in de Indische luchtvaartgeschiedenis aan de vergetelheid te ontrukken.
  • Jan Schriere en EBORA, door Frits Gerdessen
    In de jaren 1912-­1914 woedde in de Nederlandse pers een polemiek over de vraag of het Nederlandse ministerie van Koloniën met de aankoop van De Brouckère vliegtuigen geen inferieur product in huis had gehaald. Het was J. Schiere, die zich in felle bewoordingen tegen deze nieuwe aankoop verzette. Maar wie was J. Schiere, die zich “luchtvaartkundig ingenieur” noemde?
  • De eerste motorvliegtuigen van glasvezel versterkt kunststof, door Arno Landewers
    In het vorige nummer van LUCHTVAARTKENNIS werd ingegaan op de ontwikkeling van kunststof vliegtuigen. Hierin werd beschreven hoe eind jaren 50 de eerste zweefvliegtuigen van glasvezel versterkt kunststof (GVK) verschenen. Voor wat betreft de eerste gemotoriseerde GVK vliegtuigen, werden we erop gewezen dat parallel aan de ontwikkeling van de Windecker Eagle (in de Amerikaanse literatuur genoemd als eerste gecertificeerd GVK-vliegtuig) in Frankrijk de meer succesvolle Wassmer Wa 50 werd ontwikkeld.
  • Fokker Spin- een ontdekkingsreis in een ver verleden, door Gert den Herder
    "Het verhaal is al vaak verteld en in vele varianten. Naar gelang de auteur wordt de Spin gezien als geesteskind van Fokker of Goedecker. Naar types en aantallen is het gissen. Ooggetuigen zijn er niet meer, bewijsmateriaal is zeldzaam; de tijd wist de details uit” (uit: Honderd Jaar Vliegen Voorbij, blz. 372). Een zoektocht in archieven leidt tot de conclusie dat de naam Spin pas in de jaren 30 gemeengoed werd, en dat de Spin I (zoals die dus later ging heten) is gebaseerd op een ontwerp van de Automobil Fachschule Mainz.
  • Fokker B.V, door Frits Gerdessen
    In de jaren 30 maakte Fokker enkele ontwerpen (onder de aanduiding B.V) voor een grote driemotorige verkenningsvliegboot voor de MLD in Indië, bedoeld als opvolger van de onvolprezen Dornier Wal. Zoals bekend koos de MLD uiteindelijk voor de Dornier Do 24, zodat de B.V nooit de tekentafel verliet. De tekeningen en specificaties zijn echter wel bewaard gebleven.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2017
  • Junkers' Nederlandse Avontuur - de Nederlandsche Wereldverkeer Maatschappij, door Harm J. Hazewinkel
    Hugo Junkers ontwierp een van de eerste verkeersvliegtuigen, de befaamde F 13. Om die vliegtuigen op de markt te brengen nam het Junkers-concern ook deel aan een toenemend aantal luchtvaartondernemingen in Duitsland en daarbuiten. Ook in Nederland werden activiteiten ontplooid, middels de weinig succesvolle Nederlandsche Wereldverkeer Maatschappij.
  • De GONG in de Vogelkop, door Theo Wesselink
    Gedurende 1961/1962 verleenden twee Sud Aviation Alouette II-helikopters bijna precies een jaar ondersteuning aan de expedities van de Stichting Geologisch Onderzoek Nederlands Nieuw-Guinea. De bestuursoverdracht van Nieuw-Guinea betekende het einde van de vliegactiviteiten van de stichting. Bij dit artikel voor het eerst foto's van de JZ-HAA, één van de twee Alouettes.
  • Het kunststof vliegtuig, door Arno Landewers
    Deze lente was het 45 jaar geleden dat voor het eerst een kunststof zweefvliegtuig een Nederlandse registratie ontving. Dat was ruim een decennium nadat bij onze oosterburen de eerste kunststof zweefvliegtuigen in productie waren genomen. Maar na een bescheiden start was binnen een jaar of 10 het grootste deel van zweefvliegvloot in Nederland, zoals overal in de westerse wereld, van kunststof. Het "plastic" vliegtuig wordt als een modern fenomeen gezien; maar de eerste toepassing van kunststof in de vliegtuigbouw dateren uit de jaren '30, en leidde tot interessante ontwikkelingen waarvan Fokker ook succesvol wist te profiteren.
  • 50 jaar geleden- opening van het nieuwe Schiphol-Centrum, door Jan-Willem de Wijn
    Dit jaar vierde Nederland op Koningsdag 27 april dat ons huidig staatshoofd vijftig jaar was geworden. Een dag na de geboorte van haar eerste kleinkind verrichte koningin Juliana op 28 april 1967 de openingshandeling van de nieuwe luchthaven Schiphol-Centrum. De eerste gebeurtenis heeft in Nederland uitgebreid de aandacht gekregen, de tweede is vrijwel geheel ongemerkt voorbij gegaan. Het artikel geeft een kort overzicht van de groei van de luchthaven sinds die opening 50 jaar geleden.
  • de verdere luchtvaartcarrière van Gijs Küller, door Frits Gerdessen
    Hoe Gijs Küller de eerste Nederlandse vlieger werd en ook de eerste die in Nederlands-Indië vloog werd door Klaas-Jan Sijsling beschreven in LUCHTVAARTKENNIS 4/2009. Küller vloog voor het laatst in 1911 en besloot er in 1913 definitief meer mee te stoppen. Hij vond het vliegen te gevaarlijk en te kostbaar. Echter, de luchtvaartcarrière van Küller was toch niet ten einde, en dat was het gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
  • Het "hulpvliegtuig" - Fokker Ontwerp 160a, door Frits Gerdessen
    In 1938 vroeg KLM directeur Plesman een octrooi aan op een wel erg bijzonder concept voor een groot intercontinentaal verkeersvliegtuig. Om gewicht te besparen, bedacht hij een in de lucht ontkoppelbaar landingsgestel. Dit ontkoppelbare landingsgestel was een klein tweemotorig vliegtuig, dat na de start terugvloog naar het vertrekpunt. Een tweede exemplaar, aanwezig op de plaats van aankomst, zou voor de landing van het verkeersvliegtuig via een haak aankoppelen. Fokker werkte het idee verder uit.

    verder twee korte artikelen:
    Lopen over een koord heet in de 16de eeuw vliegen, door Arie de Bruin
    De eerste Fokker C.X: FCx-450 en PH-AKY, door Gerard Casius (onderbouwing van de hypothese dat het prototype van de Fokker C.X na een crash werd herbouwd)

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking:
    Theo Wesselink - De Douglas DC-8 in Nederland (Classic Wings no 1, Dutch Aviation Publications)

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2017
  • "Det går ikke" - vliegtuigbouw in Noorwegen, door Rob J.M. Mulder
    De Noorse vliegtuigconstructeur Birger Hønningstad zette in de jaren 30 een constructiebureau en luchtvaartfabriek op, en was als zodanig verantwoordelijk voor de eerste bruikbare in Noorwegen ontworpen en gebouwde vliegtuigen, waarvan de Finnmark 5A wel de bekendste is. Na de Tweede Wereldoorlog zette Hønningstad de Norsk Flyindustrie op, dat tot in de jaren 60 actief zou blijven. Het artikel beschrijft de vliegtuigtypen die Hønningstad bouwde, en daarmee ook belangrijk deel van de Noorse luchtvaarthistorie, waarin ook meer bekende namen als Widerøe's Flyveselskap en Fred Olsen de reveu passeren.
  • Kalong als voorbeeld - Jan Hilgers en de jonge luchtvaart, door Wim Adriaansen
    Hilgers is vooral bekend als de eerste Nederlander die een gemotoriseerde vlucht maakte in Nederland. Veel minder bekend is dat Hilgers daarvoor al uitgebreid had geëxperimenteerd met vooral zweeftoestellen, waarmee hij bij Nijmegen proeven deed. Door een briefwisseling met Albert von Baumhauer (op dat moment nog student) weten we daar nu meer over, en blijkt Hilgers belangrijk pionierswerk te hebben verricht.
  • "Mystery Ship" in Nederland - Frank Hawks in Europa, door Harm J. Hazewinkel
    in 1931 kwam een door oliemaatschappij Texaco gesponsorde Travel Air Model R (bijgenaamd "Mystery Ship") per schip aan in Europa voor demonstraties en het breken van diverse trajectrecords. Het toestel viel op door de stroomlijn en hoge snelheden. Het "Mystery Ship", met vlieger Frank Hawks deed hierbij ook twee keer Nederland aan.
  • Waar bleef de PH-AEU?, door Erwin Hoogschagen
    Tussen oktober 1928 en september 1934 stond in Nederland een Fokker C.VE in het luchtvaartuig register ingeschreven, waarover niet veel bekend is. Deze machine, H-NAEU, later PH-AEU, was voorzien van een experimentele romp en werd voornamelijk gebruikt voor demonstratievluchten door Fokker en beschikbaar gesteld aan diverse (buitenlandse) bedrijven die licentie en/of verkooprechten voor de C.V hadden. Uit de archieven zijn nu meer gegevens over het gebruik van deze machine opgedoken, waarmee een completer (maar nog niet volledig) beeld over dit vliegtuig kon worden gecreërd.

    verder (nogmaals) aandacht voor Herman Luibden en voor de Duitse vlieger Hans Wende (vooral bekend van de N.A.V.O (Nederlandse Automobiel- en Vliegtuig Onderneming) in Cuijk).
    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking:
    Nico Geldhof - De Consolidated Catalina in gebruik bij de Marine Luchtvaartdienst en bij civiele operators (Geromy);
    Harry van der Meer - Nederlandse Spitfires in cijfers en letters (Lanasta);
    Lennart Andersson, Günter Enders, Rob J.M. Mulder - Junkers G 24, K 30 en G 31- Stepping stones (EAM Books);
    Hendrik Walaardt Sacré - Dagboek 3 oktober 1913 - 1 november 1919, bezorgd en ingeleid door Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications);

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2016

    Boeing viert dit jaar haar honderdjarig jubileum. Hoewel de KLM pas sinds 1971 Boeing vliegtuigen gebruikt, blijkt dat er al in 1936 uitgebreide contacten waren tussen Boeing en de KLM. De KLM was namelijk op zoek naar viermotorige vliegtuigen, en de Boeing 307 Stratoliner, met drukcabine, was een serieuze kandidaat. Door het ongeluk met het Boeing 307 prototype in maart 1939, waarbij onder meer KLM vertegenwoordiger Peter Guilonard en de Nederlandse ingenieur Albert von Baumhauer om het leven komen, komt aankoop echter onder druk, en worden uiteindelijk pas na de Tweede Wereldoorlog viermotorige vliegtuigen door de KLM in gebruik genomen. Het artikel gaat in op de gang van zaken rond de KLM interesse in de Boeing 307.
  • De missie Tahapary - hoe de Republiek Zuid-Molukken steun uit de lucht zocht, door Theo Wesselink
    In april 1950 werd op het Indonesische eiland Ambon de Vrije-Republiek der Zuid-Molukken uitgeroepen. Na een inval van het Indonesische leger later dat jaar zocht de Republiek via Nederlands Nieuw-Guinea tevergeefs steun in Nederland. "Soldaat van Oranje" Erik Hazelhoff Roelfzema wist, reizend met een Republic Seabea vliegbootje, fotografisch bewijs te leveren aan de Verenigde Naties voor Indonesische wandaden op Ambon, maar deze werden genegeerd. Via het eiland Ceram werd de onafhankelijkheidsstrijd voortgezet, en in 1960 werd een Catalina vliegboot aangeschaft (met financiële steun van de Ambonese gemeenschap in Nederland) waarmee enkele vluchten richting Ambon werden uitgevoerd, die echter weinig effectief waren.
  • Een onbekend vliegtuig in Indië - het ongeval van Bill Palmer te Semarang, door Harm J. Hazewinkel
    Op 11 augustus 1932 koos op het vliegveld bij Semarang in Nederlands-Indië een licht Amerikaans vliegtuigje het luchtruim. Na de landing lag vlieger Bill Palmer er naast. We weten helaas niet om welk vliegtuig het ging, en van Bill Palmer is alleen bekend dat hij deel uit maakte van de Tait's Manila Show, een reizend gezelschap met showvoorstellingen en een kermis. Ondanks deze ontbrekende informatie verdient Palmer dus wel een plaatsje in de Indische luchtvaartgeschiedenis.
  • Fokker C.15-W, door Frits Gerdessen
    Eind 1939 werd bij Fokker een katapult vliegtuig ontwikkeld voor de MLD, dat de Fokker C.11-W zou moeten gaan vervangen. Het resultaat was een geheel metalen driepersoons laagdekker, waarvan een houten mock-up werd gebouwd en de MLD in 1940 een prototype bestelde (met toezegging voor een order van vijf stuks als de machine voldeed). De Duitse bezetting maakte eind aan het project. Naast een gedetailleerd drie-zijden aanzicht wordt in het artikel ook een overzicht gegeven van de technische gegevens van de machine.
  • Avro Tudor en de ondergang van de "Star Tiger", door Harm J. Hazewinkel
    De Tudor werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog besteld als verkeersvliegtuig voor vluchten tussen met name Groot Britannië en Australië en naar Zuid-Afrika. De viermotorige machine met drukcabine bleek met kinderziektes te kampen, en Britse luchtvaartmaatschappijen hadden een sterke voorkeur voor Amerikaanse materieel. Hoewel de Tudor niet op de routes naar Zuid-Afrika en Australië werden ingezte, ging de British South American Airways ze gebruiken voor diensten op Zuid-Amerika en West-Indië. Het artikel gaat in op ontwikkeling en gebruik van de Tudor, en, hoewel het type uiteindelijk voldeed, is het vandaag de dag eigenlijk alleen nog bekend door het onopgehelderd verdwijnen van twee exemplaren in de door theoriën omgeven "Bermuda driehoek". In het artikel wordt ook de ondergang van één van deze machines, de G-AHNP "Star Tiger" van British South American Airways, uitgebreid behandeld.

    verder aandacht voor een US Navy Martin Mariner, die in 1952 op bezoek was op Hato op Curaçao en later dienst zou doen bij de MLD, het Schreck FBA 310 vliegbootje, het "opduiken" van een voormalige Nederlandse de Havilland Leopard Moth en in de reeks Biografische Bouwstenen voor H.F.C. Holtz, die in 1964 zijn militaire carrière afsloot als commodore-vlieger bij de luchtmacht.
    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking:
    Frits Gerdessen en Nico Geldhof - de interneringen van vliegtuigen tijdens De Groote Oorlog, Geromy, 2016;
    Nico Geldhof en Luuk Boerman - Fairey Firefly - Marine Luchtvaart Dienst, Dutch Profile, 2016

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2016
  • Voor de eer van het land - de Europese Rondvlucht van 1934, door Harm J. Hazewinkel
    De Europese Rondvlucht was in 1929 opgezet om te laten zien wat in de sportvliegerij mogelijk was en wat een goede sportvlieger kon presteren. In de twee volgende, in 1930 en 1932, was de rol van de ontwerpers en fabrikanten steeds belangrijker geworden. In de vierde, in 1934, ging het vooral om de eer van het land en het nationale prestige. Editie 1934 werd georganiseerd door de Poolse Aeroclub (Poolse deelnemers hadden de Rondvlucht 1932 gewonnen). Voor het eerst werd nu Noord-Afrika aangedaan: het meer dan 9500 km traject voorzag in landingen in Marokko, Algerije en Tunesië. De Europese Rondvlucht 1934 bleek de laatste Rondvlucht; in eerste instantie werd de volgende Rondvlucht een jaar uitgesteld, maar omdat geen enkele land de organisatie op zich wilde nemen ging deze niet door. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de deelnemers, het verloop van de strijd en de betekenis van de Rondvluchten voor de ontwikkeling van de luchtvaart.
  • KNVvL-491, een Nederlands prestatiezweefvliegtuig, door Wim Adriaansen
    Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd in Nederland al snel begonnen met het opstarten van zweefvlieg activiteiten. Een werkgroep van de KNVvL invertariseerde de behoefte aan zweefvliegtuig typen, en besloot bij gebrek aan een betaalbaar alternatief zelf een prestatie-zweefvliegtuig te ontwerpen en te bouwen. Het toestel werd ontworpen door Henk Koekebakker en Kees van der Eyk en als KNVvL-491 aangeduid. Het werd in Bergen op Zoom gebouwd, en, na vertragingen, in 1951 naar Ypenburg vervoerd voor samenbouw om in juni 1952 voor het eerst het luchtruim te kiezen. Hoewel het toestel in het algemeen goed voldeed, had het zo zijn eigenaardigheden, waaronder een vrije hoge landingssnelheid. Na de eerste vluchten bleef de KNVvL-491 meer dan een jaar aan de grond. De tegenvallende kosten, schade na een voortijdige landing en de aankoop van Britse Skylark zweefvliegtuigen zorgden ervoor dat de -491 nooit in produktie is genomen. Het artikel beschrijft uitgebreid voorgeschiedenis, technische details en einde van de KNVvL-491, en is geïllustreerd met unieke foto's.
  • Drie na-oorlogse Fokker S.IX's, door Nico Geldhof
    Na de bevrijding van ons land werd met man en macht begonnen aan het herstel van de Nederlandse luchtvaartindustrie. De N.V. Nederlandsche Vliegtuigenfabriek Fokker vervulde in dit opbouwproces een centrale rol. Eind 1945 zag het bedrijf kans en nieuwbouwopdracht in de wacht te slepen. Met gebruik making van uit 1940 daterende motoren en vliegtuigdelen werd deze bestelling voor totaal elf vliegtuigen door Fokker in uitvoering gebracht. Het artikel gaat dieper in op de herkomst en aanschaf van deze vooroorlogse motoren en onderdelen, en gaat in op de individuele geschiedenissen van de naoorlogse S.IX's.

    Verder aandacht voor een Sinterklaas gerelateerd avontuur uit 1939 van de Focke Wulf S 24 Kiebitz PH-AJC en de zestiende eeuwse vliegpoging van Herman Luibden in Middelburg.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking:
    P.C. Boer - Aircraft of the Netherlands East-Indies Army Air Corp in crisis and war simes, February 1937 - June 1942 (Batavian Lion Internation);
    A. Landewers - Fiat G.91 (Warplane No.10; Lanasta/Violaero);
    N. Braas - Boeing B-47 Stratojet (Warplane No.11; Lanasta/Violaero);
    H.W. Neulen- Die Adler des Kaisers im Orient 1915- 1919 (Helios Verlag);
    A. Pelletier - Courses aériennes - l'âge d'or de l'aviation 1909-1939 (E-T-A-I)

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2016
  • Boeing 100 jaar, 80 jaar samenwerking met de KLM, door Ronald Dijkstra
    Boeing viert dit jaar haar honderdjarig jubileum. Hoewel de KLM pas sinds 1971 Boeing vliegtuigen gebruikt, blijkt dat er al in 1936 uitgebreide contacten waren tussen Boeing en de KLM. De KLM was namelijk op zoek naar viermotorige vliegtuigen, en de Boeing 307 Stratoliner, met drukcabine, was een serieuze kandidaat. Door het ongeluk met het Boeing 307 prototype in maart 1939, waarbij onder meer KLM vertegenwoordiger Peter Guilonard en de Nederlandse ingenieur Albert von Baumhauer om het leven komen, komt aankoop echter onder druk, en worden uiteindelijk pas na de Tweede Wereldoorlog viermotorige vliegtuigen door de KLM in gebruik genomen. Het artikel gaat in op de gang van zaken rond de KLM interesse in de Boeing 307.
  • De missie Tahapary - hoe de Republiek Zuid-Molukken steun uit de lucht zocht, door Theo Wesselink
    In april 1950 werd op het Indonesische eiland Ambon de Vrije-Republiek der Zuid-Molukken uitgeroepen. Na een inval van het Indonesische leger later dat jaar zocht de Republiek via Nederlands Nieuw-Guinea tevergeefs steun in Nederland. "Soldaat van Oranje" Erik Hazelhoff Roelfzema wist, reizend met een Republic Seabea vliegbootje, fotografisch bewijs te leveren aan de Verenigde Naties voor Indonesische wandaden op Ambon, maar deze werden genegeerd. Via het eiland Ceram werd de onafhankelijkheidsstrijd voortgezet, en in 1960 werd een Catalina vliegboot aangeschaft (met financiële steun van de Ambonese gemeenschap in Nederland) waarmee enkele vluchten richting Ambon werden uitgevoerd, die echter weinig effectief waren.
  • Een onbekend vliegtuig in Indië - het ongeval van Bill Palmer te Semarang, door Harm J. Hazewinkel
    Op 11 augustus 1932 koos op het vliegveld bij Semarang in Nederlands-Indië een licht Amerikaans vliegtuigje het luchtruim. Na de landing lag vlieger Bill Palmer er naast. We weten helaas niet om welk vliegtuig het ging, en van Bill Palmer is alleen bekend dat hij deel uit maakte van de Tait's Manila Show, een reizend gezelschap met showvoorstellingen en een kermis. Ondanks deze ontbrekende informatie verdient Palmer dus wel een plaatsje in de Indische luchtvaartgeschiedenis.
  • Fokker C.15-W, door Frits Gerdessen
    Eind 1939 werd bij Fokker een katapult vliegtuig ontwikkeld voor de MLD, dat de Fokker C.11-W zou moeten gaan vervangen. Het resultaat was een geheel metalen driepersoons laagdekker, waarvan een houten mock-up werd gebouwd en de MLD in 1940 een prototype bestelde (met toezegging voor een order van vijf stuks als de machine voldeed). De Duitse bezetting maakte eind aan het project. Naast een gedetailleerd drie-zijden aanzicht wordt in het artikel ook een overzicht gegeven van de technische gegevens van de machine.
  • Avro Tudor en de ondergang van de "Star Tiger", door Harm J. Hazewinkel
    De Tudor werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog besteld als verkeersvliegtuig voor vluchten tussen met name Groot Britannië en Australië en naar Zuid-Afrika. De viermotorige machine met drukcabine bleek met kinderziektes te kampen, en Britse luchtvaartmaatschappijen hadden een sterke voorkeur voor Amerikaanse materieel. Hoewel de Tudor niet op de routes naar Zuid-Afrika en Australië werden ingezte, ging de British South American Airways ze gebruiken voor diensten op Zuid-Amerika en West-Indië. Het artikel gaat in op ontwikkeling en gebruik van de Tudor, en, hoewel het type uiteindelijk voldeed, is het vandaag de dag eigenlijk alleen nog bekend door het onopgehelderd verdwijnen van twee exemplaren in de door theoriën omgeven "Bermuda driehoek". In het artikel wordt ook de ondergang van één van deze machines, de G-AHNP "Star Tiger" van British South American Airways, uitgebreid behandeld.

    verder aandacht voor een US Navy Martin Mariner, die in 1952 op bezoek was op Hato op Curaçao en later dienst zou doen bij de MLD, het Schreck FBA 310 vliegbootje, het "opduiken" van een voormalige Nederlandse de Havilland Leopard Moth en in de reeks Biografische Bouwstenen voor H.F.C. Holtz, die in 1964 zijn militaire carrière afsloot als commodore-vlieger bij de luchtmacht.
    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbespreking:
    Frits Gerdessen en Nico Geldhof - de interneringen van vliegtuigen tijdens De Groote Oorlog, Geromy, 2016;
    Nico Geldhof en Luuk Boerman - Fairey Firefly - Marine Luchtvaart Dienst, Dutch Profile, 2016

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2016
  • Het "Mariner" drama achteraf bezien, door Nico Geldhof
    Begin jaren ’50 werd de vervanging van de Consolidated Catalina vliegboten die de MLD (Marine Luchtvaart Dienst) gebruikte in Nederlands Nieuw-Guinea steeds urgenter. In 1954 kon uiteindelijk overeenstemming worden bereikt over de overname van vijftien gereviseerde Mariner vliegboten van de Amerikaanse marine. Pas eind 1955 konden de eersten worden geleverd; door talrijke technische problemen, en ontbreken van de expertise die nodig was voor revisie van de in vergelijk met de Catalina gecompliceerde Mariner was forse vertraging ontstaan. Deze problemen bleven bestaan, en verergerden zelfs zodat de Catalina in Nieuw-Guinea langer in gebruik moest blijven. Na een aantal ernstige ongevallen, waarbij in totaal 30 doden te betreuren waren, werd in 1959 besloten de Mariner vroegtijdig buiten gebruik te stellen. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de technische en operationele problemen met de Mariner tijdens gebruik door de MLD.
  • Het RAF-toernooi op Ypenburg, door Arno Landewers
    Op 15 september 1945 vond boven Ypenburg het zogenaamde RAF-toernooi plaats. Ter herdenking van de Slag om Engeland, vijf jaar eerder, werd er een soort luchtdefilé georganiseerd, waarbij honderden vliegtuigen overtrokken en onder meer demonstraties in grondaanvallen werden gegeven. Hoewel Ypenburg als vliegveld nog onbruikbaar was, waren toch enkele lichte vliegtuigen op de grond te zien. Dankzij een aantal foto’s die onlangs opdoken kunnen we daar nu meer over vertellen.
  • Bommenrichttoestellen in de Nederlandse militaire luchtvaartdiensten, 1917-1945, door Anne C. Tjepkema
    Al tijdens de Eerste Wereldoorlog bleek instrumentarium voor het richten van bommen essentieel te zijn voor de effectiviteit van bommenwerpers. Hoewel in Nederland de bommenwerper voor de Tweede Wereldoorlog maar een kleine rol in de luchtverdediging vervulde, was dit anders in Nederlands-Indië. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden in zowel Nederland als in Nederlands-Indië zelf ontworpen richters voor het afwerpen van bommen getest. In de loop van de jaren ’20 werden richters aangekocht van gespecialiseerde bedrijven en in de jaren 30 en tijdens de Tweede Wereldoorlog konden de meest geavanceerde richters worden gebruikt. In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende typen richters die werden gebruikt in Nederland en Nederlands-Indië, en de operationele ervaringen ermee.
  • Caudron C.641 Typhon, door Harm J. Hazewinkel
    De Franse Caudron C.640 werd in de jaren ‘30 is ontworpen als snel postvliegtuig, en was duidelijk geïnspireerd door de Britse De Havilland D.H.88 Comet, waarmee in 1934 de London-Melbourne race werd gewonnen. De inzet als postvliegtuig kwam door diverse oorzaken niet van de grond, maar de C.640 werd doorontwikkeld als C.641 voor recordvluchten op lange afstanden. In 1936 wist de Roemeense Prins Cantacuzino het wereldsnelheidsrecord over 2100 km met zijn C.641 te breken (kort erop was de machine te zien op Schiphol), en het jaar erop brak Maurice Rossi het wereldsnelheidsrecord over 5000 km met een C.641.
  • Een nuttige bron: De Boekwerken Vliegtuigen en Motoren van de LVA, 1920-1928, door Frits Gerdessen
    Een verzameling bewaard gebleven maandelijkse rapportages van mutaties in materieel (en personeel) van de vooroorlogse Nederlandse luchtmacht (de LVA) geven een boeiend beeld van de inventaris van de LVA tussen 1920 en 1928. Op basis van deze rapportages geven we een overzicht van de door de LVA gebruikte (aantallen) vliegtuigtypen en motoren in deze periode.

    Verder aandacht voor een initiatief van Arie de Bruin voor het samenstellen van een lijst met Nederlandse luchtvaartperiodieken, de Roemeense ICAR Universal en in de serie biografische bouwstenen voor J.H.W. (Jan) Belie.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: 80 jaar Nederlandse DC-3's en Dakota's 1936-2016 door Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications);
    Bob Schreiner 1915-1994 door Arnoud Schreiner (Arnoud Schreiner)

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2016
  • Het zeilvliegtuig van Platz, door Wim Adriaansen
    In 1922 experimenteert Fokker constructeur Reinhold Platz, op dat moment werkzaam bij de Fokker vestiging in Veere, met een glijvliegtuig dat is gebaseerd op de werking van een zeilboot. Uitgangspunt van het ontwerp is het principe dat een zeilboot, binnen zekere grenzen, is te besturen door het aanhalen van het fokkezeil zonder gebruik te maken van het roer. Bovendien kenmerkte het toestel zich door de eenvoudige opbouw, en dat het compact opgevouwen door één persoon te vervoeren was. In eerste instantie werden in de duinen op Walcheren modelproeven gehouden, totdat tenslotte in de winter van 1922 op 1923 diverse bemande vrije vluchten konden worden gemaakt. Nadat in 1924 Platz verhuisde naar de Fokker fabriek in Amsterdam kwam het niet tot verdere ontwikkeling van het toestel.
  • De verboden overname: Executive Jet Aviation en Transavia, door Arno Landewers
    In 1968 werd de nog jonge Nederlandse luchtvaartmaatschappij Transavia eigendom van het Amerikaanse bedrijf Executive Jet Aviation (EJA), dat middels overnames probeerde toestemming te krijgen zelf commerciële passagiersvluchten te gaan maken. Na de overname zette EJA één van haar Boeing 707's in voor vluchten door Transavia, en bovendien stelde EJA Transavia in staat Sud Aviation Caravelles te huren. Maar omdat EJA eigendom was van een Amerikaans spoorwegbedrijf, was de overname tegen de wet. Dit levert een wonderlijk verhaal op over schimmige transacties met vele miljoenen dollars, een hanige oud- luchtmachtgeneraal en de megalomane plannen van een spoorwegbedrijf. Overigens overleefde EJA deze roerige periode, en kennen we het bedrijf tegenwoordig als NetJets, de succesvolle verhuurder van zakenjets.
  • De Fokker F.25 Promotor, door Willem Vredeling en Rob Hamann
    Op initiatief van de net na de Tweede Wereldoorlog opgerichte Frits Diepen Vliegtuigen NV werd bij Fokker in 1945 gestart met de ontwikkeling van een eenmotorig zakenvliegtuig voor vier personen, dat opviel door het gebruik van dubbele staartbomen en een duwschroef. Diepen plaatste aanvankelijk een order van 100 toestellen, en in het streven het toestel zo snel mogelijk op de markt te brengen maakte Fokker enkele grote inschattingsfouten. Door aerodynamische problemen waren modificaties noodzakelijk, maar die resulteerden in problemen met de lagering van de schroefas. Deze problemen zorgden ervoor, in combinatie met een ruim aanbod van goedkope surplus vliegtuigen uit militaire voorraden, dat het gehele project uiteindelijk gestopt werd.
  • Het detachement Gilze-Rijen 1914-1918, door Frits Gerdessen
    Gilze-Rijen is het oudste nog in bedrijf zijnde Nederlandse vliegveld. De in Breda gevestigde Eerste Nederlandse Vliegvereniging (ENV) liet in 1910 de Molenheide, aan de westkant van de weg Gilze-Rijen, egaliseren en daar een vliegtuigloods bouwen. In 1913 werd het vliegveld door het Rijk overgenomen, en vanaf het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was het vliegveld voorzien van een kleine militaire bezetting, dat met de Farman HF.20 of .22 verkenningen langs de Belgische grens uitvoerde. In dit artikel worden de lotgevallen van deze detachering beschreven (die zijn bewaard gebleven middels maandrapporten, orderboeken en correspondentie), bovendien zijn diverse unieke foto's uit die periode opgedoken. Nadat in 1917 tijdens een storm de hangaar omwaaide (waarbij een Farman werd vernield), verviel weliswaar de permanente aanwezigheid van een vliegtuig, maar stopten de activiteiten op Gilze-Rijen niet.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Luchtkastelen- vroege luchtvaartlegenden en luchtvaartverhalen door Aart van Wijk (Elikser);
    "Hier Fak Fak…Mariner meldt U"- de Martin Mariner vliegboot door Bart M. Rijnhout (Violaero Lanastra);
    Northrop Delta AB Aerotransport - a piece of nordic aviation history door Rob Mulder (European Airlines)

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2015
  • Het vliegen moet geleerd worden - de Planeur Scrive, door Wim Adriaansen
    De Franse textielfabrikant Ferdinand Scrive richtte in 1907 een werkplaats op voor de productie van een eenvoudig glijvliegtuig naar eigen ontwerp: de FS-II Planeur. Scrive ontwikkelde zelf een startmethode met hulp van een lier. In 1909 bestelde de directeur van een autobedrijf uit Den Haag een Scrive Planeur, waarmee op de renbaan Duindigt enkele vluchten werden gemaakt, en later ook in de duinen. Hiermee was de Scrive Planeur het tweede zweefvliegtuig (na de vluchten van Schukking in 1908) waarmee in Nederland vluchten zijn gemaakt.
  • Een competitie van constructeurs: circuit Européen 1932, door Harm J. Hazewinkel
    Een verslag van de Europese Rondvlucht voor sportvliegtuigen editie 1932, welke ook Nederland aandeed. Hoewel de competitie was bedoeld als wedstrijd voor sportvliegers, hadden diverse ontwerpers speciaal voor de Rondvlucht vliegtuigen ontworpen, die nauwelijks als sportvliegtuig konden worden aangemerkt. Zo werden in Duitsland de Messerschmitt M 29, Heinkel He 64 en Klemm Kl 32 speciaal ontworpen voor de Rondvlucht, en ook de ontwerpen van de Poolse en Italiaanse deelnemers waren geen standaard sportvliegtuigen. Sterker nog, "standaard" Britse sportvliegtuigen als de Moth mochten niet meedoen omdat ze een te hoog startgewicht hadden! Niettemin werd de finale van deze editie van de Rondvlucht één van de meest spannende ooit van alle Rondvluchten. Door de organisatie was als afsluiting een snelheidsproef opgenomen, waarbij de starttijden zodanig waren dat degene die het eerste zou finishen in deze proef, ook winnaar van de Rondvlucht was. De Duitse equipe had hoop op deze manier nog de overwinning in de wacht te slepen, maar de verrassende winnaar van de Europese Rondvlucht 1932 werd tijdens de snelheidsproef niet voldoende ingelopen.
  • De Fokker D.XIII; tussen wal en schip? door Rob Hamann
    De D.XIII jager uit de eerst helft van de jaren 20 werd alleen verkocht aan de illegale Duitse luchtmacht; deze toestellen kwamen later in Rusland en Roemenië terecht. In dit artikel worden de prestaties van de D.XIII vergeleken met een aantal operationele tijdgenoten, en ook met een aantal toestellen van een latere generatie (waaronder de Fokker D.XVI). Hieruit blijkt dat de D.XIII qua prestaties een tamelijk grote stap voorwaarts was in vergelijking met de Fokker D.XI, waaruit hij ontwikkeld was, en in een aantal opzichten betere prestaties had dan zijn tijdgenoten.
  • De Statocruiser op Schiphol, door Harm J. Hazewinkel
    In dit artikel aandacht voor het eerste bezoek van de Boeing Statocruiser aan Schiphol, op 3 september 1949. De Stratocruiser was destijds een ware luchtreus waarbij bijvoorbeeld de Constellation in het niets viel. Al eerder dat jaar was een exemplaar op Schiphol verwacht, een toestel van PanAm, maar deze bleef na de Atlantische oversteek uiteindelijk in Londen staan, en was aanleiding voor een geslaagde 1 april grap.
  • Fokker C.XIII-W (ontwerp 131), door Frits Gerdessen
    In 1936 ontstond bij de Marine Luchtvaartdienst (MLD) behoefte aan een opvolger van de Fokker C.VIII-W. Gedacht werd aan een vliegtuig ongeveer als deze voorganger, waarop Fokker Ontwerp 131 (de C.XIII-W) voorstelde. Het artikel beschrijft dit type, en geeft een overzicht van de technische gegevens en een drie-zijden aanzicht. Hoewel aan alle door de MLD gestelde eisen was voldaan, werd de C.XIII-W nooit gebouwd. Echter, begin 1937 werd Ontwerp 134 op papier gezet, dat later werd gebouwd als de T.VIII-W en een succesvolle operationele carrière kende.

    Verder aandacht voor de Nederlandse vlieger Leendert (Pim) Jägers, die het meest bekend is als de eerste naoorlogse directeur/havenmeester van Ypenburg en één van de initiatiefnemers van de ILSY, en, als afsluiting van het jaargang de traditionele puzzel, deze keer gewijd aan tweedekkers.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Dienen in nood - Het vliegende reddingsteam van de KLu 1959-1994 door Pieter L. Schram (Lanasta);
    Junkers W 33, W 34, K 34 - Workhorse in Peace and War door Lennart Andersson, Günter Endres en Rob J.M. Mulder (EAM Books);
    De Nederlandse Burgerluchtvloot 1920-1940 (deel 1 en 2) door Theo Wesselink en Harm J. Hazewinkel (Dutch Aviation Publications)

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2015
  • De begin jaren van de lichte luchtvaart, door Harm J. Hazewinkel
    Overzicht van de opkomst van de sportvliegerij na de Eerste Wereldoorlog, welke zich in eerste instantie kenmerkte door het verschijnen van kleine, lichte vliegtuigen die waren ontworpen door de vliegtuigfabrikanten die met het eindigen van de oorlog hun militaire orders in rook zagen opgaan. Door de hoge kosten bleef de klantenkring echter klein, bovendien waren die eerste sportvliegtuigen weinig betrouwbaar en comfortabel. Het artikel geeft een overzicht van de vliegtuigtypen, en gaat in op de achtergronden naar het uiteindelijk, rond 1925, hoewel nog steeds bescheiden, wel succesvol van de grond komen van de sportvliegerij.
  • Brian de Kruyff van Dorssen – de LA/KNIL en Amerika, door Gerard Casius
    Dit artikel beschrijft de lange, zeer gevarieerde en verdienstelijke carrière van militair vlieger Huibert Gerard Brian de Kruyff van Dorssen. Hij speelde een grote rol in het proces waardoor de Indische militaire luchtvaart zich al vóór de Tweede Wereldoorlog steeds meer richtte op Amerikaans materieel in plaats van Nederlands fabricaat.
  • De eerste straaljagers op Biak, door Gerard Casius
    Achtergronden en foto’s van de Australische North American Sabre jachtvliegtuigen, die in 1958 vanuit Australië, via Nederlands Nieuw-Guinea, werden overgevlogen naar Maleisië.
  • Luchtvaartactiviteiten boven Curaçao november 1940 - maart 1942, door Nico Geldhof
    De op Curaçao gestationeerde commandant van de Marine hield tussen november 1940 en maart 1942 een dagboek bij, waarin naast allerlei maritieme activiteiten, ook zaken rond luchtvaart noteerde. In de chronologische weergaven van de luchtvaart fragmenten komt onder andere de inzet van de Fokkers van het KLM West-Indisch Bedrijf voor patrouilles aan bod, en de komst van eenheden van de Amerikaanse legerluchtmacht, vooral na acties van Duitse onderzeeërs in februari 1942.
  • Met de Starfighter naar Zweden, door Mikael Forslund en Edwin Hoogschagen
    In mei 1972 brachten enkele Starfighters van de Koninklijke Luchtmacht een bezoek aan de Zweedse luchtmacht op vliegveld Linköping. Dit was de eerste keer dat met Starfighters naar Zweden werd gevlogen, en mogelijk zelfs de enige keer. Een kort verslag van de activiteiten en foto’s uit een lokaal archief geven een beeld van dit bezoek.
  • General Aircraft Monospar ST.10, door Harm J. Hazewinkel
    In de serie “minder bekende bezoekers” aandacht voor dit tweemotorige sport-en verbindingsvliegtuig uit de jaren 30. Van een verbeterde versie van de ST.10, de ST.25, heeft tussen 1936 en 1938 een exemplaar in Nederland gevlogen.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Fokker C.5 (deel II) - Export, licentiebouw en doorontwikkelingen - Edwin Hoogschagen (Lanasta);
    Meteor F.Mk.8 - LuchtStrijdKrachten/Koninklijke Luchtmacht - Nico Geldhof (Dutch Profile Publications);
    Bellanca Specials 1925-1940 - Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications);
    De moord op de Overtoom - de geheimzinnige verdwijning van Constant Busch, Nederlands aviateur van het eerste uur - Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications).

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2015
  • De Luchtvaartafdeling en de legermanoeuvres van 1916, door Frits Gerdessen
    In 1916 kwam bij de Nederlandse legerleiding het plan op om, net als in 1911 en 1913, grote manoeuvres te organiseren, waarbij ook weer vliegtuigen zouden worden ingezet. De Luchtvaartafdeeling (LVA) beschikte inmiddels over voldoende personeel en materieel om bij beide partijen een kleine vliegtuigafdeling in te delen. Aan deze manoeuvres werd geen ruchtbaarheid gegeven. Tijdens de oefening, tussen 20 en 27 september 1916 gehouden in het oosten van Noord-Brabant en het aangrenzende deel van Gelderland, werden een aantal Farman's en waarschijnlijk enkele geïnterneerde vliegtuigen ingezet vanaf provisorische vliegveldjes bij Ravenstein en Waalre. In een artikel over deze oefeningen leest U in detail over de inzet van de vliegtuigen, en de bevindingen.
  • Maar telt het doel alleen - de zweeftoestellen van Walton von Hemert, door Wim Adriaansen
    In 1911 bouwt de zeventienjarige Walton von Hemert in Amersfoort een eigen zweefvliegtuig, waarmee hij in februari van dat jaar, gesleept door een auto, op een militair oefenterrein bij Amersfoort enkele zweefvluchten maakt, die eindigen in een ongeluk waarbij het toestel flink beschadigd werd. Hierna bouwde von Hemert een tweede toestel, een "biplane" die ook beschadigd raakte. In LUCHTVAARTKENNIS 2/2015 een beschrijving van beide toestellen, de vluchten en de achtergronden, met nooit eerder gepubliceerde foto's en maatschetsen van beide zweefvliegtuigen.
  • "Fitzcarraldo" in Suriname, door Theo Wesselink
    Een kort artikel over het vervoer per Fairchild C-82 Packet van een baggermolen voor de goudindustrie in Suriname tijdens de jaren '60.
  • Civiele Koolhovens: de F.K. 23(a) en de F.K. 31, door Jan Grisnich
    Dit betreft een uitgebreide aanvulling op eerder in LUCHTVAARTKENNIS verschenen artikelen over de door Frits Koolhoven ontworpen NVI F.K. 31. In een poging van de Nationale Vliegtuig Industrie (NVI) om in december 1925 met een F.K. 31 en een (ook door Koolhoven ontworpen) BAT F.K. 23a demonstratievluchten in Brussel te kunnen geven werden de machines ingeschreven in het Nederlands Luchtvaartuigregister. Echter, het Ministerie van Waterstaat weigerde toestemming voor vluchten met deze machines. U kunt over de achtergronden van deze perikelen lezen in deze aanvulling.
  • De gemilitariseerde Fokker F.XVIII PJ-AIO "Oriol", door Nico Geldhof
    Een beschrijving van de achtergronden rond de inzet van een van de KLM afkomstige Fokker F.18 voor de luchtverdediging van de olieraffinaderijen op de Nederlandse Antillen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
  • "Flak-Bait"- via Schiphol naar Smithsonian, door Jan Willem de Wijn
    Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Schiphol diverse malen aangevallen door Martin B-26B Marauders van de Amerikaanse luchtmacht. In dit artikel wordt een algemeen overzicht van drie grote aanvallen gegeven, en daarna wordt ingegaan op één enkele B-26B, namelijk de "Flak-Bait". Dit toestel is kort na het einde van de oorlog tentoongesteld op Schiphol, en is momenteel onder restauratie bij het National Air and Space Museum in Washington.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Nederlandse luchtvaartmaatschappijen tot 1980 - Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications/Theo Wesselink)

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2015
  • de zoektocht naar een zware zeebommenwerper, door Nico Geldhof
    In 1926 begon de selectie van een zware zeebommenwerper door de Marine Luchtvaart Dienst (MLD), bestemd voor de defensie van zowel Nederland als Oost-Indië. Omdat de aanvankelijk geteste Fokker F.B. III vliegboot niet voldeed, werden ook enkele buitenlandse types geëvalueerd: de Junkers K 30 en Rohrbach Ro VII Robbe. Het artikel behandeld het verloop van de proefvluchten, de bevindingen en ook hoe Fokker een tweede kans greep door de T.IV aan te bieden, het type dat uiteindelijk de voorkeur kreeg.
  • Schreck - FBA 290, door Harm J. Hazewinkel
    In de nieuwe serie "minder bekende bezoekers in Nederland" een beschrijving van de Franse Schreck - FBA 290 vliegboot, waarvan het prototype in 1931 Schiphol met een bezoek vereerde. Het ontwerp bleek niet succesvol, hoewel de Franse marine een kleine serie bestelde, waarvan er augustus 1934 één van op Schiphol was te zien.
  • Antilliaans Luchtvaart Maatschappij (ALM) - deel 2: van winst tot ondergang (1974-2002), door Arno Landewers
    Het tweede deel van de beschrijving van de geschiedenis van de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij (ALM) begint in 1974 en eindigt met de ondergang van de ALM in 2002. Begin jaren 70 draaide de ALM goed; voor het eerst in het bestaan werd winst gemaakt. Een complex aan ontwikkelingen laten echter vanaf eind jaren 70 een zichzelf versterkende neergang zien, die uitgebreid wordt beschreven. Het artikel gaat verder dieper in op de moeizame relatie met de KLM, de affaire rond International Caribbean Tourist NV (ICT) (een door de Antilliaanse overheid opgericht charter vliegbedrijf), de concurrentie met Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen en Air Aruba en de oprichting van het regionale vliegbedrijf ABC Commuter.
  • Fokker vliegboten voor Indië, door Frits Gerdessen
    In 1939 werkte Fokker aan het ontwerp van een aantal civiele vliegboten en een watervliegtuig, bestemd voor Nederlands-Indië. De eerste ontwerpen waren gebaseerd op specificaties van een aantal oliebedrijven, maar de ontwerpen werden in een later stadium ook aangeboden aan defensie en de KNILM, de Koninklijk Nederlands-Indische Luchtvaart Maatschappij. De ontwerpen voor de olie industrie vertoonden gelijkenis met de Grumman Goose vliegboot; het ontwerp voor de KNILM betrof een op de Fokker T.8W gebaseerd watervliegtuig. In een artikel in deze editie worden de ontwerpen en hun totstandkoming beschreven, en geïllustreerd met maatschetsen. Geen van de ontwerpen is uiteindelijk gebouwd.
  • Liberators uit Zwitserland voor de KLM
    Dat de Consolidated Liberator bommenwerper, in transportversie C-87, in beeld is geweest om na de oorlog bij de KLM dienst te doen is al eerder beschreven. Uit archiefstukken blijkt dat de belangstelling van de KLM al uit 1944 stamt, en in Zweden en Zwitserland terechtgekomen vliegtuigen betrof. De gang van zaken rond deze belangstelling leidde tot een ambtelijk conflict tussen de ministeries van Waterstaat en Buitenlandse Zaken, dat in een kort artikel wordt beschreven.

    In de biografische bouwstenen (een serie rond (aspirant) vliegers van de KLM uit de jaren 30) aandacht voor A.J. Auping, een Nederlandse vlieger die vooral in Engeland actief was, en onder meer naar India vloog.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Nederlandse vliegtuigen, deel 1: Nederlandse vliegtuigbouwers in het buitenland - Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications/Theo Wesselink);
    Nederlandse vliegtuigen, deel 2: Alle vliegtuigen ooit gebouwd in Nederland - Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications/Theo Wesselink);
    Retribution and Recovery - German Aircraft and Aviation 1919 to 1922 - Lennart Andersson/Ray Sanger (Air Britain (Historians) Ltd) en
    van JSF naar F-35 Lightning II - Pieto van Buysen (Lanasta)

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2014
  • Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij - deel 1: oprichting en de eerste tien jaar, door Arno Landewers
    De Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij (ALM) begon 50 jaar geleden met vliegen en zou in 2002 ten onder zou gaan. In dit eerste deel van een tweedelige serie worden de oprichting en eerste tien jaar van het bestaan beschreven, waarin de transformatie van KLM West Indisch Bedrijf naar min of meer zelfstandig vliegbedrijf plaatsvond en alle thema’s die de geschiedenis van de ALM zouden bepalen al aan bod komen. Zo valt te lezen over de moeizame relaties met Venezolaanse luchtvaart maatschappijen, de problemen door de kleine vloot, en de spanning tussen het uitvoeren van vluchten tussen de Antilliaanse eilanden het bedienen van de toeristische sector, waarbij grote concurrentie uit de Verenigde Staten was.
  • Hoekstra H-1 door Wim Adriaansen
    Begin jaren 30 werd in de zweefvliegerij voor het eerst geëxperimenteerd met lesvliegtuigen waarbij de instructeur meevloog. Dat bracht Jan K. Hoekstra, leerling van de afdeling Vliegtuigbouwkunde van de Amsterdamse Avond MTS, op het idee een tweepersoons opleidingszweefvliegtuig te ontwerpen als afstudeeropdracht. Er wordt besloten het toestel ook daadwerkelijk te bouwen, nadat de Arnhemsche Zweefvliegclub had aangegeven het toestel in gebruik te willen nemen en de bouwkosten op zich nam. In de zomer van 1934 worden met de H-1, zoals het toestel wordt genoemd, vanaf Schiphol de eerste vluchten gemaakt. De aflevering aan de Arnhemsche Zweefvliegclub is voor die tijd spectaculair: in sleepvlucht achter een Tiger Moth wordt de H-1 naar Terlet gevlogen. Hoewel de machine verder nauwelijks werd gebruikt (het blijkt door zijn grootte zowel in de lucht als op de grond moeilijk handelbaar), liet Hoekstra zien dat hij een vooruitziende visie had: de zweefvliegopleiding in tweezitters zou na de oorlog een grote vlucht nemen.
  • Rondvlucht in de regen: Circuit Européen 1930, door Harm J. Hazewinkel
    De de tweede Europese Rondvlucht, welke in juli en augustus 1930 werd gehouden, had start- en finish in Duitsland. Het parcours deed deze keer Nederland niet aan, de Rondvlucht trok over Frankrijk, Engeland, Spanje, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Polen. Enkele deelnemers maakten gebruik van verbeterde versies van toestellen die in 1929 in de Rondvlucht succesvol waren, zoals de Klemm L25E en de door Willy Messerschmitt ontworpen BFW M 23c. Er waren nu ook voor het eerst deelnemers uit Polen en Spanje, die met ontwerpen van eigen bodem meedongen. Naast een beschrijving van de meest opvallende deelnemende vliegtuigtypen wordt uiteraard ook verslag gedaan van de Rondvlucht, welke werd geteisterd door slecht weer. Toen de eerste deelnemers de finish passeerden op vliegveld Tempelhof in Berlijn, waren er zelfs nog deelnemers in Spanje, halverwege de route. In het bovenste deel van de einduitslag domineerden de speciaal aangepaste sportvliegtuigen, waarbij ook de hoge klassering van twee Britse de Havilland Moth's opviel, terwijl de "standaard" toervliegtuigen in de middenmoot eindigden.

    De traditionele eindejaar puzzel is dit keer aan straalbommenwerpers gewijd.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Puberen in de lucht - Henk Nijdam (Elikser);
    Haute voltige - Histoire mondiale de l’ acrobatique aérienne 1909-1939 - Alain Pelletier (E-T-A-I);
    English Electric Canberra - Mick Gladwin (Lanasta) en
    Antony Fokker - een vervlogen leven - Marc Dierikx (Boom)

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2014
  • De droeve ondergang van Frits Koolhovens F.K. 34 door Nico Geldhof
    De Nationale Vliegtuig Industrie F.K. 34 is een ontwerp van Frits Koolhoven uit 1925 dat als „zeeverkenner” door de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) werd beproeft. Deze proeven verliepen echter desastreus; na een reeks vertragingen brak tijdens een demonstratievlucht voor een MLD commissie het onderstel. Het artikel beschrijft zowel de achtergrond van het ontwerp (dat van de F.K. 31 afstamde) als van de problemen. De F.K. 34 is het laatste ontwerp van Frits Koolhoven geweest dat hij niet onder eigen beheer bouwde, maar zorgde wel voor reputatieschade van de ontwerper bij de Marine.
  • Oorlog van de aantallen: vliegtuigproductie in de VS 1940-1945 door Ed Nolte
    In de literatuur wordt algemeen aangenomen dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog 300.000 vliegtuigen zijn gebouwd door de Verenigde Staten. In werkelijkheid zijn die cijfers echter hoger. Door combinatie van een aantal bronnen wordt, naast een uitgebreid statistisch overzicht ook een overzicht van de ontwikkeling van de productie gegeven, waarbij bijvoorbeeld de „Lend-Lease” hulp aan het Verenigd Koninkrijk en de steun aan Rusland een grote rol speelden.
  • "De Vliegende Hollander” - de autobiografie van Antony Fokker door Wim Snieder
    In 1931 verscheen in de Verenigde Staten de autobiografie van Antony Fokker onder de titel „The Flying Dutchman”. In dit artikel een overzicht van de geschiedenis van dit boek, dat in een groot aantal vertalingen verscheen. In de Nederlandse vertaling blijken echter twee hoofdstukken te zijn toegevoegd: over Fokkers amoureuze gevoelens voor een Russische vliegster, en over een controverse met de Amerikaanse poolvlieger Richard E. Byrd.
  • De Lockheed 112 voor Nederland door Frits Gerdessen
    In 1938 werd door de Nederlandse krijgsmacht de aanschaf van een variant van de Lockheed 12 overwogen, die als overgangstrainer voor de Fokker G-1 zou dienen. Deze machine werd niet aangeschaft, maar in dit artikel vindt U wel tekeningen en gegevens van de Lockheed 112, zoals de variant werd genoemd.

    Verder ook aandacht voor de Nederlandse militaire vlieger H.J. Diehl, en een aanvulling op een artikel over de Grumman Trackers van de MLD.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Klaas Jan Sijsling - De pioniersjaren van de Nederlandse luchtvaart, naslagwerk over de periode 1909-1914 (uitgeverij Flying Pencil);
    Aart van Wijk - Luchtvaartlegenda (uitgeverij "Eques Nubium");
    Frits Gerdessen en Karel Mallan - Waalhaven, bevlogen verhalen (uitgeverij Lanasta);
    Nico Braas - Blackburn Buccaneer (uitgeverij Lanasta) en
    Siem J.M. Nieuwenhuijse - Piloot; de naakte waarheid, gedurfde verhalen uit de cockpit (uitgeverij Elikser).

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2014
  • De Supermarine Swift en de Nederlandse luchtmacht door Arno Landewers
    Begin jaren 50 werd in NAVO verband gezocht naar een opvolger voor de eerste generatie straalvliegtuigen. Omdat het Amerikaanse militaire hulpprogramma de Britse luchtvaartindustrie steunde, werd duidelijk dat de Gloster Meteors en Republic Thunderjets van de Nederlandse luchtstrijdkrachten zouden worden opgevolgd door een Brits type. De Supermarine Swift werd lang gezien als gedroomde kandidaat, maar uiteindelijk beslisten de Amerikaanse financiers ten faveure van de Hawker Hunter. Achteraf waarschijnlijk terecht, maar destijds kwam die keuze als een verrassing. Het artikel beschrijft uitgebreid de achtergronden van de aankoop en de ontwikkeling van zowel Swift als Hunter.
  • De Zweefvlieg van Charles van Hoos door Wim Adriaansen
    In de Jaren 30 construeerde Charles van Hoos in Nijmegen een eigen ontworpen zweefvliegtuig, dat in maart 1936 voor het eerst vloog. Het artikel beschrijft de levensloop van van Hoos en uiteraard het zweefvliegtuig zelf (dat de Zweefvlieg heette) en is geïllustreerd met nooit eerder gepubliceerde foto's uit een familiealbum. Van Hoos was werkzaam bij Werkspoor in Utrecht, en onder meer betrokken bij de productie van de Fokker G-1; U vindt tevens enkele opnamen van de bouw van vleugels en rompdelen van de G-1 in het artikel.
  • De metalen vliegtuigen van Adolf K. Rohrbach (1889-1939) door G.J. Staalman
    Deel 2 van een artikel over de Duitse vliegtuigbouwer Adolf Rohrbach (1889-1939), een pionier op het gebied van bouw van metalen vliegtuigen. In dit deel de beschrijving van de ondergang van de Rohrbach fabriek en de daarop volgende activiteiten voor Weserflug.
  • Gemeentewapen uit koffiealbum - Hoe de PH-TDM de naam "Aalsmeer" kreeg door Jan Willem de Wijn
    In 1948 kreeg de KLM Douglas C-54B Skymaster PH-TDM op papier de naam "Aalsmeer". Kort daarop werden zowel naam als gemeentewapen op de romp van het toestel aangebracht. Alleen gebeurde dat buiten de gemeenste Aalsmeer om, en het gemeentewapen klopte ook al niet! Een reconstructie.

    Verder in dit nummer aandacht voor het project "vervlogen vliegvelden" van Coert Munk en Jan Willem de Wijn en een puzzel rond vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: N. Geldhof - Dornier Wal - de eerste grote zeeverkenner van de Marine Luchtvaartdienst (uitgeverij Geromy); G. Casius en F.P. Schulte (redactie) - Koninklijke Luchtmacht in Nederlands Nieuw-Guinea (uitgeverij Lanasta); T. Wesselink - Amerikaanse Fokkervliegtuigen - een geïllustreerd productie-overzicht (uitgeverij Dutch Aviation Publications); E. Hoogschagen - WM-21 Sólyom (uitgeverij Lanasta) en G. Dibets - Malden en de N.A.V.O./G. Graat - Een vliegtuigfabriek in Cuijk (artikelen in uitgaven van resp. Heemkunde Malden en Historische Kring "land van Cuijk").

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2014
  • Fokkers Duitse staatsburgerschap door Jos Slottje
    Uit documenten blijkt dat Fokker tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitse autoriteiten, als belangrijke wapenleverancier (met name het machinegeweer synchronisatie systeem, dat een vlieger in staat stelde tussen de bladen van zijn draaiende propeller door te schieten), werd gedwongen de Duitse nationaliteit aan te nemen. Toen na het einde van de oorlog Fokker zijn bedrijf naar Nederland wilde verhuizen heeft hij pogingen gedaan van zijn Duitse paspoort af te komen, onder meer door (tegen betaling) hoge militairen op schrift te laten verklaren dat zijn Duitse staatsburgerschap niet vrijwillig was.
  • De Havilland DH.60 Moth in Nederlands-Indië door J.M. Grisnich
    Terwijl in Nederland de (kleine) vooroorlogse markt voor sportvliegtuigen werd gedomineerd door Pander en Koolhoven, was in de Indische archipel de Britse Moth populair. Enkele machines kenden een interessante levensloop: zo verhuisde er één (door de lucht) naar Luxemburg, terwijl een andere machine meerdere keren herrees uit de puinhopen na een ongeval. Het artikel behandeld uitgebreid de levensloop van alle Indische Moths.
  • De metalen vliegtuigen van Adolf K. Rohrbach (1889-1939) door G.J. Staalman
    Deel 1 van een artikel over de Duitse vliegtuigbouwer Adolf Rohrbach (1889-1939), een pionier op het gebied van bouw van metalen vliegtuigen. Zijn meest invloedrijke ontwerp, de E 4/20 Staaken, ontwikkelde hij al vroeg in zijn carrière. Hierna legde hij zich toe op de bouw van vliegboten, onder meer in samenwerking met de befaamde constructeur Kurt Tank.
  • Biografische bouwstenen - W.C.J. Versteegh
    Willem Versteegh behoeft nauwelijks nadere introductie, zijn verdiensten voor de LVA, KLM en KNILM zijn elders uitgebreid beschreven. Hoewel hij eind 1935 in dienst kwam bij de KNILM als hoofd vliegdienst, blijkt uit documenten uit het KLM (aspirant) vliegers archief dat hij in 1934 enkele (les)vluchten met KLM vliegtuigen heeft gemaakt. We publiceren de bevindingen van deze lesvluchten, waaruit bleek dat het vliegen op instrumenten op zware machines in ieder geval totaal anders was dan vliegen in een Fokker D.VII.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: E. van Loo - "Eenige wakkere jongens" - Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse luchtstrijdkrachten 1940-1945 (uitgeverij Boom); A. van Wijk - Verhalen van een dolende wolkenridder (Elikser) en W. Bittner - Lufthansa im Krieg - die Jahre 1939-1945 (Lanasta).

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2013
  • De historie van het Fokker C.V prototype in de Verenigde Staten door Gert Blüm
    De US Army Air Service (USAAS) had begin jaren 20 al bij Fokker een klein aantal C.IV's gekocht. Toen in 1924 een competitie werd uitgeschreven voor de levering van verkenningsvliegtuigen besloot Fokker (op initiatief van Fokker vertegenwoordiger Bob Noorduyn) een nieuw toestel te ontwikkelen, de C.V. Het artikel beschrijft de proefnemingen met het toestel, en hoe de Douglas XO-2 tot winnaar van de competitie werd benoemd. Een roemloos einde dus voor een vliegtuigtype, dat in verdere ontwikkeling (met name de C.Vd en C.Ve) een echt succesnummer zou worden.
  • De vlucht van de "Zeelandia" - hoe een Malangse planter van Australië naar Nieuw Zeeland vloog door Harm Hazewinkel
    William Martin "Pat" O'Hara was de Nieuw-Zeelandse eigenaar van een rubberplantage in Zuid-Malang, Nederlands-Indië. In 1935 schafte hij een British Klemm Eagle sportvliegtuig aan, dat de naam "Zeelandia" kreeg. In oktober 1936 vloog O'Hara met de "Zeelandia" in ruim 13 uur non-stop van Australië naar Nieuw-Zeeland. In 1936 zou O'Hara het toestel naar Nederlands-Indië verschepen, maar op 24 mei 1936 verongelukte hij met de "Zeelandia" kort na de start vanaf een landgoed in New South Wales, Australië.
  • De SIPA 200 Minijet bij de Luchtmacht door Coen van den Heuvel
    In aanvulling op het artikel uit het vorige nummer een uitvoerige beschrijving van de proefvluchten met de SIPA 200 door vlieger van de Koninklijke Luchtmacht, die in augustus 1953 op Gilze Rijen plaatsvonden.
  • Herinneringen aan Ypenburg door Jan Prinz
    Persoonlijke herinneringen aan vliegveld Ypenburg begin jaren 50, met aandacht voor onder meer Avio Diepen en de opnamen van de film "Betrayed" met Clark Gable en Lana Turner. De herinneringen worden geïllustreerd met een flink aantal foto's uit het persoonlijke archief van de auteur, en met enkele "stills" uit "Betrayed", waarin ook een rol was weggelegd voor enkele Nederlandse vliegtuigen.
  • De Grumman Tracker bij de MLD door Nico Geldhof
    Een overzicht van de komst van de Tracker naar Nederland en gegevens van alle door de MLD gebruikte toestellen.
  • Circuit Européen 1929 door Harm Hazewinkel
    In 1928 besloot de Franse Fédération Aéronautique Internationale (FAI) een jaarlijkse Europese Rondvlucht voor sportvliegtuigen te organiseren. De eerste editie, in 1929, deed daarbij ook Schiphol aan. De deelnemerslijst laat een keur aan sportvliegtuigen uit diverse Europese landen zien (hoewel er geen Nederlandse deelname was), en geeft een fascinerend kijkje in de kleine, maar dynamische wereld van de Europese sportvliegerij van destijds.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: T. Wesseling - Burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw Guinea 1926-1962 (Dutch Aviation Publications); T. van Kampen/L. Boermans - Grumman Tracker in dienst bij de Marine Luchtvaart Dienst (Dutch Profile); N. Braas - Convair B-58 Hustler (Lanasta) en R.J.M. Mulder/G. Ött - Focke Wulf Fw 200 COndor with Danish airlines in war and peace 1938-1946 (European Airlines).

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2013
  • Antony Fokker als pionier van de sleepstart methodevoor zweefvliegtuigen door Wim Adriaansen
    In 1919 had Fokker plannen om een sleepstart met een zweefvliegtuig uit te voeren op Soesterberg. Hoewel er met het zweefvliegtuig, de Fokker V.42 proefvluchten zijn gemaakt, daarbij gesleept door een motorboot op het kanaal tussen Amsterdam en IJmuiden, is die sleepstart nooit uitgevoerd. Pas in 1927 werd de eerste sleepvlucht met een zweefvliegtuig uitgevoerd, door de Duitser Espenlaub. De daarbij gebruikte sleepinrichting was wel volgens het ontwerp van Fokker.
  • Pander in oorlogstijd - een Haagse familietragedie (deel 2) door Peter Grimm en Harm Hazewinkel
    We lezen over de ontwikkelingen in 1943 t/m 1945, toen Pander zich ook, naast grootschalige bouw van SG 38 zweefvliegtuigen en productie voor Siebel, ging toeleggen op metaalbouw voor Junkers.
  • Finse belangstelling voor Fokker - de ontwerpen 122 en 123 door Frits Gerdessen
    In dit artikel aandacht voor de vooroorlogse contacten tussen Fokker en de Finse luchtmacht, die leidde tot een aantal ontwerpen van een tweezits jachtvliegtuig en een bommenwerper. Deze ontwerpen werden nooit gebouwd, maar het bommenwerper ontwerp was een eerste aanzet tot de Fokker T.V.
  • SIPA 200 "Minijet" door Harm Hazewinkel
    Ruime aandacht voor dit Franse lichtgewicht straalvliegtuig, waarvoor begin jaren 50 in Nederland enige belangstelling was door de krijgsmacht, en voor de opstart van de vooroorlogse vliegtuigbouwer Koolhoven.
  • Biografische bouwstenen - Daan Lambermont
    Uit de reeks dossiers van (aspirant) KLM vliegers uit de jaren 20 en 30, met biografische gegevens en informatie over de militaire vliegcarriére van Daan Lambermont, die vooral bekend is als vlieginstructeur.



    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: J.A.C. Bartels - Geen laag te hoog - de eerste uitzending van de LVA, naar IJsland in het kader van het Tweede Internationale Pooljaar 1932-1933 (Violaero/Lanasta); T. Wesseling - Fokker F.VII - Wegbereider van de wereldluchtvaart deel 1 t/m 4 (Dutch Aviation Publications); W. Nijenhuis - B25 Factort Times - illustrated history of the North American aviation plants at Inglewood and Kansas City and the Mitchell production lines (Media Primair Modelbouw); J. Horst - The Bugatti 200P record plane, created by Ettore Bugatti and Louis de Monge (Violaero/Lanasta) en D. Top - een eeuw vliegkamp en dorp Soesterberg (eigen beheer).

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2013
  • Pander in oorlogstijd - een Haagse familietragedie door Peter Grimm en Harm Hazewinkel
    Terwijl de contouren van een de samenwerking met de Duitse bezetters door Fokker, De Schelde en Aviolanda tijdens de Tweede Wereldoorlog inmiddels in grote lijnen duidelijk zijn, bleef over de vliegtuigbouw activiteiten van Pander tot nu toe veel verborgen. In het eerste deel van dit artikel worden voor het eerst de werkzaamheden (bouw van grote aantallen Scheider Grunau SG 38 zweefvliegtuigen en vliegtuigonderdelen, waaronder "Schneekufen") van de Haagse onderneming in deze periode op hoofdlijnen in kaartgebracht. Ook aandacht voor het familie conflict dat ontstond door de samenwerking met de Luftwaffe.
  • De Fokker C.VIII-w voor Letland door Frits Gerdessen
    Een artikel rond de achtergrond van een aanvraag van de Marine van Letland voor levering van Fokker C.VIII-w watervliegtuigen in 1933.
  • De koloniale F.K.31's - van hoge verwachting naar diepe teleurstelling door Nico Geldhof
    Over aankoop, levering en gebruik van de door Frits Koolhoven ontworpen NVI F.K. 31 jacht/verkenningsvliegtuig door het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) in 1924 en 1925.
  • De mislukte vlucht naar Indië in 1931 - het avontuur van Alfred Leclair door Harm Hazewinkel
    Het verhaal van de vlucht van Nederland naar Nederlands Indië door de Fransman Alfred Leclair in 1931. Leclair strandde met zijn Westland Widgeon sportvliegtuig in Turkije, waar hij zelfs in de gevangenis verdween.
  • Biografische bouwstenen - A.H.J. Thomassen à Thusessink van der Hoop
    In de serie""biografische bouwstenen" aandacht voor A.H.J. Thomassen à Thusessink van der Hoop (in de wandeling Jan van der Hoop genoemd), die bekendheid verwierf als gezagvoerder van het eerste vliegtuig dat van Nederland naar Nederlands Indië vloog (in 1924, Fokker F.VIIa H-NACC).
  • "I am Carnauba" - een aanvulling op PK-AKT door Jan Willem de Wijn
    Nadere informatie rond de geschiedenis van de Sikorsky S-38 PK-AKT, en de speurtocht naar het wrak van het toestel in Nieuw-Guinea.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: De Fokker G-1 "Le Faucheur" door Frits Gerdessen, Karel Kalkman, Cor Oostveen en Willem Vredeling (Lanasta); Douglas DB-8A/3N in dienst van de Militaire Luchtvaart door Frits Gerdessen en Luuk Boerman (Dutch Profile); Brewster Buffalo door Nico Braas (Lanasta) en Courses et Meetings Aériens de la Belle Époge, Vol I-III door Gérard Collot (Icare).

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2013
  • Poulet in de tropen - de eerste grote vliegdemonstraties in Nederlands-Indië, door Harm J. Hazewinkel
    Kort na de Eerste Wereldoorlog was een vliegtuig in Nederlands-Indië nog een betrekkelijk onbekend verschijnsel. Niet verwonderlijk dus, dat vliegdemonstraties daar in die tijd grote belangstelling genoten en vliegers als helden geëerd werden. Een van hen was de Fransman Etienne Poulet, die in 1920 en 1921 op vele plaatsen in ons rijksdeel overzee de bevolking versteld deed staan. Poulet was, samen met zijn mecanicien Jean Benoist, met zijn Caudron G IV in Nederlands-Indië blijven steken tijdens een poging een recordvlucht van Parijs naar Australië te maken. Harm Hazewinkel beschrijft de diverse demonstraties die Poulet in Nederlands-Indië maakte, de lotgevallen van de Caudrons die Poulet gebruikte en de achtergronden rond het verblijf van de Fransman in Indië. Het artikel gaat vergezeld van diverse foto's.
  • Melansian Air Service- de "eerste eigen" luchtvaartmaatschappij uit Nederlands Nieuw-Guinea, door Arno Landewers
    In 1961 werd het monopolie van KLM dochterbedrijf De Kroonduif op commercieel luchtvervoer in Nederlands Nieuw-Guinea verbroken toen Melanesian Air Service (MAS) toestemming kreeg te gaan vliegen. Door de (kleine) mede financiering vanuit de Papoea bevolking werd MAS beschouwd als eerste "echte" vliegmaatschappij uit Nederlands Nieuw-Guinea. MAS draaide goed, maar binnen een jaar moesten de operaties worden gestopt door de politieke ontwikkelingen. Het artikel, voorzien van nooit eerder gepubliceerde foto's, gaat in op de concessie verlening, de oprichting, de operaties van MAS met twee Cessna 185's en de ontwikkelingen rond het noodgedwongen snelle stoppen van de operaties.
  • Biografische bouwstenen: A.P.J. Pijl
    Aart van Wijk stelde onlangs een groot aantal bijzondere documenten beschikbaar aan LuchtvaartKennis, waar we in de komende nummers een selectie van zullen afdrukken. Het gaat om (delen uit) personeelsdossier van (aspirant) KLM vliegers uit de jaren 20 en 30. Naast hun persoonlijke gegevens bieden ze ook een kijkje in de (veelal) militaire vliegersloopbaan vóór de eventuele indienst treding bij de KLM, en in sommige gevallen ook het oordeel van KLM instructeurs over de vliegkunsten van aspirant vliegers. In dit nummer wordt de reeks begonnen met de dossiers over A.P.J. Pijl, één der eerste KLM vliegers, die in 1922 in dienst kwam. In april 1924 zou hij boven het Kanaal verdwijnen met de KLM Fokker F.III H-NABS.
  • De Noorse connectie. Het ontstaan van de luchtlijn tussen Nederland en Noorwegen, door Rob J.M. Mulder
    In augustus 1919, nog vóór de officiële oprichting van de KLM, werden in Den Haag gesprekken gevoerd tussen Nederlandse en Noorse vertegenwoordigers. Men wilde graag komen tot een verlenging van de geplande route Londen- Amsterdam- Kopenhagen naar Christiania (vanaf 1925 Oslo). Het zou echter nog 20 jaar duren voordat een luchtverbinding tussen Nederland en Noorwegen een feit zou zijn. Het artikel gaat in op de totstand- koming van deze route en de invloed van de KLM op de Noorse luchtvaart in de dertiger jaren. Geïllustreerd met foto's van onder meer KLM Douglas DC-2 machines op het vliegveld van Oslo.
  • "Nooit Geen Geluk" - de geschiedenis van de N.G.G. Combinatie en wachtmeester Need door Frits Gerdessen en Harm J. Hazewinkel.
    Rond 1920 ontstonden in Nederland heel wat kleine luchtvaartbedrijven, die zich bezig hielden met rondvluchten, reclame, etc. De meesten hielden het nog geen jaar uit. Het kortst actief was in 1920 N.G.G.'s Luchttoerisme, opgericht door drie onderofficier-vliegers van de Luchtvaart Afdeling van de Nederlandse krijgsmacht: Evert Need, Gerrit Geysendorffer en Piet van der Griend. Het bedrijf bezat één vliegtuig, een Duitse D.F.W. C.V verkenner. Het verongelukken van de D.F.W. op 22 juni 1920 in Venlo, waarbij Evert Need en zijn twee passagiers om het leven kwamen, was het einde van de N.G.G. Combinatie.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Koolhoven Vliegtuigen door Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications); Das erste Großflugzeug made in Austria - Die Flugzeuge der "Avis" Flugzeug und Autowerke door Robert Krickl (Verlag Brüder Hollinke); Flying on trusted wings, vijftig jaar Surinam Airways door Peter Sanches (KIT Publishers) en Nederlandse Lockheed Constellations sinds 1939 door Theo Wesselink (Dutch Aviation Publications).

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2012
  • Fokker F.IX - de grootste driemotorige Fokker, door Harm J. Hazewinkel
    In 1929 maakte de Fokker F.IX de eerste vlucht. Het toestel was bestemd als opvolger van de succesvolle Fokker F.VIIb-3m. De KLM had in eerste instantie het voornemen tien exemplaren aan te schaffen voor inzet op de route naar Nederlands-Indië. Echter, doordat het passagiersvervoer op de Indië lijn beperkt bleef, en doordat tijdens een vlucht naar Indië bleek dat de machine eigenlijk te zwaar was voor de primitieve vliegvelden die werden aangedaan, zijn er in Nederland maar twee Fokker F.IX's gebouwd. Fokker wist echter wel licentierechten te verkopen in Tsjechoslowakije, waar de machine in grotere aantallen werd gebouwd, o.a. als bommenwerper. Het artikel gaat dieper in op zowel bouw als gebruik van de F.IX in Nederland, Tsjechoslowakije, Joegoslavië, Kroatie en Spanje.
  • Jan Wijkens en de Universal, door Wim Adriaansen
    Een portret van constructeur Jan Wijkens, die vóór de Tweede Wereldoorlog voor de NV Vliegtuigbouw in Deventer het Universal zweefvliegtuig voor basisopleiding ontwierp, waarvan twee exemplaren werden gebouwd en bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een aantal in aanbouw was. Voor het artikel is gebruik gemaakt van gegevens en foto's uit het archief van Jan Wijkens.
  • Nogmaals de NVI F.K. 31
    Een uitgebreide aanvulling van de hand van Nico Geldhof (en een kleinere aanvulling van Jan Evert Leeuw) op het artikel over het door Frits Koolhoven ontworpen F.K. 31 jachtvliegtuig dat in het vorige nummer werd gepubliceerd. De aanvulling gaat ook in op ontstaan en ondergang van de Nederlandse Vliegtuig Industrie (N.V.I.) in Den Haag.
  • Een vliegtocht, ruim 85 jaar geleden, door Jan Prinz
    Middels foto's uit het familiealbum geeft Jan Prinz een sfeerverslag van de vliegreis die zijn ouders in 1927 maakten, per KLM Fokker F.VII vanaf Le Bourget (bij Parijs) naar Rotterdam.
  • De vliegtuigen van Wilhelm Tempelaar Lietz, door Frits Gerdessen
    Tijdens de ondergang van de Nederlandse Vliegtuig Industrie (N.V.I.) in 1926 heeft constructeur/chef tekenkamer van de N.V.I., Tempelaar Lietz, een poging gewaagd het bedrijf voort te zetten. Omdat de overheid geen steun wilde verlenen aan een tweede vliegtuigproducent (naast Fokker) vond het idee geen doorgang. In het artikel wordt ook ingegaan op twee ontwerpen welke Tempelaar Lietz voor de NVI maakte: de T.L.1 en T.L.2 (beide afgeleid van de N.V.I. F.K. 31) en de verder carrière van Tempelaar Lietz, in de olie-industrie.
    Verder kortere bijdragen van J. Keersemaker (betreffende de motortests van de NHI Kolibri helikopter bij Heemaf in Hengelo) en Peter Grimm (rond het gebruik van de Arado Ar 79 door de Luftwaffe in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog). Tevens in dit nummer de traditionele puzzel, welke dit keer over viermotorige verkeersvliegtuigen uit de periode kort na de Tweede Wereldoorlog gaat.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Junkers F 13 - The World's First All-Metal Airliner (EAM Books); Lufthansa im Krieg - die Jahre 1939-1945, deel 1 (Lanasta).

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2012
  • Een Franse vliegboot in het neutrale Indië in 1940, door Harm J. Hazewinkel
    Tot de Duitse inval in mei 1940 was het Koninkrijk de Nederlanden neutraal. Militaire activiteiten van een buitenlandse mogendheid in Nederland of één van de overzeese gebiedsdelen was dan ook niet toegestaan. Als dit toch gebeurde, werd de indringer zo mogelijk verjaagd, en werd door de Nederlandse regering protest aangetekend bij het desbetreffende land; tenminste, als de schending werd ontdekt. In Nederland was dat meer dan eens het geval. Maar ook in Nederlands Indië blijken neutraliteitsschendingen te hebben plaatsgevonden. Hoewel daar wel, hetzij weinig, over is gepubliceerd, laat dit artikel nu ook, voor het eerst, fotografisch bewijs zien. Het gaat hier om activiteiten van de Franse marine, waarbij in februari en maart 1940 een Potez 452 vliegbootje op Nederlands Indische wateren landde.
  • De stormvaart van de R33 door de ogen van het Ministerie van Waterstaat, door Arno Landewers
    In het vorige nummer van LuchtvaartKennis was al te lezen hoe op 16 april 1925 het Britse luchtschip R33 tijdens een storm losbrak van de aanmeer mast en met de wind mee richting de Nederlandse kust dreef. Het Ministerie van Waterstaat coördineerde de Nederlandse hulpverlening aan het luchtschip, welke praktisch bestond uit het onderhouden van radio telegrafisch contact en het beschikbaar maken van vliegvelden voor een mogelijke noodlanding. Uit een ministerieel verslag zijn een aantal niet eerder beschreven feiten aan het licht gekomen, welke in dit artikel uit de doeken worden gedaan. Ook over de "affaire Nieuwenhuisen" (de havenmeester van vliegveld Waalhaven, die buiten het ministerie om de R33 hulp aanbood) enkele nieuwe gezichtspunten.
  • Het watervliegtuig 1910-1950: een technische geschiedenis (Deel 3, slot), door Nico Geldhof
    In het laatste deel van zijn technische geschiedenis over watervliegtuigen gaat Nico Geldhof in op de specifieke eisen rond het ontwerp van vliegboten, en hij laat zien hoe de diverse ontwerpers oplossingen ontwikkelden rond bijvoorbeeld stabiliteitsproblemen.
  • Fokkers driepersoons verkenner gaf aanleiding tot onenigheid, door Frits Gerdessen
    Tijdens de jaren 30 uitte de Generale Staf van de Nederlandse krijgsmacht regelmatig belangstelling voor de aanschaf van verkenningsvliegtuigen met een driekoppige bemanning. Als reactie hierop ontwierp Fokker het ontwerp 126. Frits Gerdessen beschrijft het conflict dat ontstond in de defensie top rond de eventuele aanschaf van een driepersoons verkenner, wat er uiteindelijk voor zorgde dat het Fokker ontwerp 126 nooit verder kwam dan de tekentafel. In het artikel worden ook enkele tekeningen van het ontwerp 126 weergegeven.
  • Arado Ar 79 - een recordvliegtuig op bezoek in Nederlands Indië, door Harm J. Hazewinkel
    In 1939 ontving Nederlands Indië bezoek van een licht sportvliegtuig, dat kort tevoren met een vlucht van 6000 km het wereldafstandrecord had gebroken. Het was een Arado Ar 79, een wat minder bekend produkt van deze Duitse fabriek. Harm Hazewinkel gaat in zijn artikel dieper in op de ontwikkeling van de behoorlijk geavanceerde Arado Ar 79, de vlucht naar Indië en de aankoop van de exemplaar door de Vliegclub Batavia, welke door het uitbreken van de oorlog niet doorging.
  • Léon de Brouckère, door Jan Lantmeeters
    Jan Lantmeeters gaat in op enkele onjuistheden rond de Belgische vliegtuigontwerper Léon de Brouckère in het (in de vorige aflevering van Luchtvaartkennis besproken) boek "Spijker vliegtuigen" van Theo Wesselink. Hij ontkracht het misverstand dat de Brouckère in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog kopieën van Farman tweedekkers bouwde. Overigs werd een de Brouckère vliegtuig ingezet door de Nederlandse krijgsmacht voor grensbewaking, en verder was Léon de Brouckère als commissaris aangesteld bij de Spijker fabriek.
  • Een Gotha in de Zuiderzee, door Frits Gerdessen
    In 1963 kwam Flevoland droog te staan. Er werden diverse vliegtuigwrakken aangetroffen, het merendeel van in de Tweede Wereldoorlog in het IJsselmeer gestortte vliegtuigen. Eén wrak viel uit de toon: een Duitse Gotha bommenwerper uit de Eerste Wereldoorlog. Frits Gerdessen beschrijft hoe de Gotha in de nacht van 28 op 29 september 1917 in het IJsselmeer (toen nog Zuiderzee) terecht kwam, en gaat ook dieper in op twee andere Gotha's die in diezelfde nacht in Nederland (bij Sas van Gent en Sneek) een noodlanding moesten maken.

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Martin Mariner door Nico Braas en Srecko Bradic (Lanasta); Kolibrie - Geschiedenis van een Nederlandse helicopter door Theo Wesselink en Hans Engel (Dutch Aviation Publications); De Starfighter - de geschiedenis van de Starfighter in Nederland door Cor van Gent (Geromy) en Een Texelse luchtvaartgeschiedenis - 75 jaar vliegveld Texel door Jan Willem de Wijn (Texel Airport BV).

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2012
  • Haagse Bluf - opkomst en ondergang van Frits Koolhoven's F.K. 31, door Theo Wesselink
    De in 1922 door Frits Koolhoven ontworpen NV Nationale Vliegtuig Industrie (NVI) F.K. 31, een "jachtverkenner" leek een rooskleurige toekomst tegemoet te gaan; over belangstelling was niet te klagen, en in 1925 werden er in Frankrijk 3 wereldsnelheidrecords (over afstanden van 100, 200 en 500 km) mee gebroken. Hoewel er daadwerkelijk F.K. 31's aan de Finse luchtmacht en krijgsmacht in Nederlands-Indië werden geleverd liep het project op niets uit en eindigde in een faillissement van de NVI en een rechtszaak. Theo Wesselink behandeld in zijn artikel uitgebreid de ontwikkeling en ondergang van de F.K. 31, geïllustreerd met enkele unieke foto's en met een produktielijst.
  • Italiaanse invasie onder leiding van Generaal Balbo, door Jan Grisnich
    In juni en juli 1928 moesten bij Vught en Diemen Fiat R 22 vliegtuigen van de Italiaanse luchtmacht een noodlanding maken. De toestellen maakten onderdeel uit van een formatie van 12 vliegtuigen, dat onder leiding van de befaamde generaal Balbo een rondvlucht maakte door Europa. Jan Grisnich zet de achtergronden rond deze rondvlucht uiteen, en beschrijft de lotgevallen van de in Nederland gestrande toestellen.
  • Het watervliegtuig 1910-1950: een technische geschiedenis (Deel 2), door Nico Geldhof
    Deel twee van een driedelige serie over de technische ontwikkeling van drijvervliegtuigen en watervliegtuigen. Nico Geldhof gaat in detail in op ontwerp aspecten, ontwikkeling en evolutie van bootrompen en drijvers voor vliegtuigen.
  • Luchtschip op drift, door Arno Landewers
    In de nacht van 16 op 17 april 1925 waren tientallen Nederlanders in de weer om assistentie te verlenen aan het in een storm losgebroken, en door de wind de Noordzee overgeblazen (slechts gedeeltelijk bemande) Britse luchtschip R33. De lotgevallen van het luchtschip tijdens deze stormachtige nacht, en de ruzie welke op de grond in Nederland uitbrak rond een mogelijke plaats voor een (uiteindelijk niet uitgevoerde) noodlanding worden in het artikel beschreven, tevens wordt een korte terugblik op de ontwikkeling van Engelse luchtschepen (waarbij Frits Koolhoven ook een kleine rol vervulde) gegeven.
    Verder enkele korte artikeltjes naar aanleiding van eerder in Luchtvaartkennis verschenen artikelen:
    watervliegtuigen in Ossendrecht (door L.M.M. Baltussen), over vluchten van een Belgisch Jero-Farman F-20 drijvervliegtuig vanaf een de Groote Meer tussen Hoogerheide en Ossendrecht in 1912;
    Het lot van een Ireland Wasp in Brits Guyana (door J.W. de Wijn) en de complete geschiedenis van de Junkers F 13 D-354 "Rackelhuhn", welke (als beschreven in het vorige nummer) vanaf het Paterswoldse Meer heeft gevlogen (door R.M. Mulder).

    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Spijker Vliegtuigen (Theo Wesselink); Republic RF-84F Thunderflash in dienst bij de Belgische Luchtmacht (Daniel Brackx); Boeing 787 Dreamliner (Ruud Vos).

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2012
  • Het Paterswoldse Meer, een vliegveld ?, door Minze Veenstra
    Op 17 juni 1929 landde op het Paterswoldse Meer een Junkers F.13 watervliegtuig van de Luft Hansa. Dit had te maken plannen een geregelde lijndienst tussen Groningen en het Duitse Waddeneiland Norderney te beginnen. De Luft Hansa blijkt een dekmantel voor geheime activiteiten. Toch komt er een lijndienst tussen Groningen en Norderney, maar het blijft bij een eenmalig gebruik van het Paterswoldse Meer.
  • Het watervliegtuig 1910-1950: een technische geschiedenis (Deel 1), door Nico Geldhof
    Dit artikel blikt terug op het tijdperk van de grote watervliegtuigen, de technische achtergronden van het watervliegtuig en gaat verder in op het overvleugelen van watervliegtuigen door vliegtuigen opererend vanaf land. In het eerste deel van dit artikel worden ook de activiteiten van enkele pioniers die actief waren met watervliegtuigen nader belicht.
  • Wetenschappelijke verkenningsvluchten boven Suriname 1938-1958, door Arno Landewers
    In de jaren 30 en 40 werden boven Suriname enkele wetenschappelijke verkenningsvluchten gemaakt (o.a. met de Fokker F.18 PJ-AIS "Snip") die aantoonden dat de inzet van vliegtuigen boven nog niet in kaart gebrachte gebieden onontbeerlijk was voor snelle inventarisaties. De vluchten versnelden dan ook de beslissing om kort na de Tweede Wereldoorlog een uitgebreid luchtkarteringsprogramma boven Suriname uit te voeren. In 1958 werd voor het eerst, als experiment, een vliegtuig ingezet als ondersteuning tijdens een expeditie (naar de Tafelberg). De Nederlandse bioloog Dick Geijskes was bij al deze vluchten betrokken. Ook wordt in het artikel nog kort ingegaan op de zoektochten naar de Amerikaan Paul Redfern, die in 1927 tijdens een vlucht vanuit de Verenigde Staten naar Brazilie verdween.
  • Andre Priesters, een Nederlandse luchtvaartpionier in Amerika, door Harm J. Hazewinkel
    Bij zijn overlijden in december 1955 was de Nederlander Andre Priester vice-president van Pan American World Airways. Vooral in de jaren voor 1940 speelde Priesters een belangrijke rol bij de uitbouw van het routenet van Pan American, en de aanschaf van de grote vliegboten waarmee Pan American in die jaren vloog.
  • Geen vliegtuigen - maar wel luchtvaartgeschiedenis. De hydroglisseur of glijboot, door Harm J. Hazewinkel
    Glijboten, ofwel door luchtschroef aangedreven scheepjes, werden vóór de Tweede Wereldoorlog voornamelijk gebouwd door Franse vliegtuigbouwers. Bleriot, De Lambert, Farman, Nieuport en waren naast vliegtuigbouwers ook glijboot bouwers. De scheepjes waren dan ook te zien op bijvoorbeeld de Parijse luchtvaartsalon en werden besproken in luchtvaartbladen.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Fokker D.21- Fokkers laatste eenmotorige jager (Peter de Jong); Lichter dan lucht- los van de aard, geschiedenis van de ballon-en luchtscheepvaart in Nederland (Han Nabben); Luchtvaartverhalen - door gepensioneerde bemanningsleden van verkeersvliegtuigen (Aart van Wijk); Luchtvaart 2011 (Ruud Vos).

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2011
  • De moeizame weg naar een militaire luchtstransportdienst in Engeland, 1943-1944, door Gerard Casius
    Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed de Nederlandse regering in ballingschap (in Londen) pogingen verbindingsvliegtuigen aan te schaffen met het oog op onder meer het transport in bevrijd Nederland. Dit artikel beschrijft de moeizame weg naar de daadwerkelijke aanschaf van deze vliegtuigen: veel diplomatiek gesteggel en in eerste instantie een elkaar tegenwerkende Marine en Luchtmacht. Pas na de invasie, en de razendsnelle opmars van de geallieerde legers werden de krachten gebundeld en spijkers met koppen geslagen. Dit resulteerde in een operationele Dutch Communication Flight dat begon te vliegen met De Havilland Dominies, een Proctor en enkele Hudsons.br>
  • Sud-Ouest "Djinn", door Harm J. Hazewinkel
    Een beschrijving van de ontwikkeling van de bijzondere Djinn helikopter, de enige succesvolle helikopter met een door lucht aangedreven rotor. De Djinn speelt ook een rol in de Nederlandse luchtvaart geschiedenis; het bedrijf Aero Ypenburg gebruikte een exemplaar, en een Franse Djin werd gehuurd voor het uitvoeren van sproeivluchten voor de landbouw. In het artikel uiteraard ook aandacht hiervoor.
  • Operatie Sprinkhaan - de ontsluiting van de Surinaamse binnenlanden door de lucht, door Arno Landewers
    In de jaren 50 kwam de luchtvaart in Suriname in een nieuwe fase: onderdeel van een ambitieus ontwikkelingsprogramma was de ontsluiting van de binnenlanden van Suriname door de aanleg van vliegstrips. Deze strips werden vooral gebruikt voor de zoektocht naar mineralen, waarbij luchtfotografie en luchtgeofysisch onderzoek een belangrijke rol speelden. De nog jonge Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) leverde het vliegend materieel ter ondersteuning. Het artikel beschrijft de achtergronden van operatie Sprinkhaan, inclusief een historische terugblik over luchtvaart in Suriname voor de Tweede Wereldoorlog, de daadwerkelijke uitvoering van de operatie, de luchtkaartering en de vluchten voor geofysisch onderzoek. Met uniek fotomateriaal.
  • Koolhoven ontwerp 1029, door Frits Gerdessen
    In 1930 bood de Rotterdamse vliegtuigbouwer Koolhoven een opvallend ontwerp voor een jachtvliegtuig aan de Zweedse regering aan. Het toestel zou worden voorzien van dubbele staartbomen en een duwschroef. Het ontwerp is nooit verder gekomen dan enkele schetsen; het artikel beschrijft de opmerkelijke gang van zaken rond het aanbieden van het ontwerp, en wordt geillustreerd met 2 schetsen van het vliegtuig.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1959 (deel 2), door Herman Dekker.
    In het allerlaatste deel van de langlopende reeks met beschrijvingen van ongevallen en incidenten met Nederlandse vliegtuigen of buitenlandse vliegtuigen in Nederland wordt de tweede helft van 1959 behandeld. Als gebruikelijk met unieke foto's.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Fokker G-1 ‘Le Faucheur’ – deel 1 (Frits Gerdessen, Karel Kalkman, Cor Oostveen, Willem Vredeling); 60 Jaar helikopters bij de Koninklijke Marine (Willem Geneste); Curtiss P-40E/N, Part I, 1942-1945 History, Camouflage and Markings (Max Schep, Luuk Boerman) en Les filles d’Icare – Histoire mondiale des aviatrices (Alain Pelletier).

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2011
  • Bölkow sportvliegtuigen, door Loet Kuipers
    Bölkow was in de jaren zestig en zeventig één van de belangrijkste bouwers van sportvliegtuigen in Duitsland. Tussen 1955 en 1975 bouwde het bedrijf ongeveer 400 lichte vliegtuigen. In dit artikel worden alle door Bölkow gebouwde typen beschreven, zowel ontwikkeling als technische gegevens; ook worden de uit Bölkow sportvliegtuigen ontwikkelde typen van andere fabrikanten beschreven. De Klemm Kl 107, Bölkow Bo 207, Bölkow Bo 208 Junior, Malmö Flyg Industri MFI-9, SAAB MFI-15 Safari en MFI-17 Supporter, Bölkow Bo 209 Monsum en de Mylius My102 Tornado passeren de revue; ook worden de Red Eagles, het Nederlandse demonstratieteam dat in de jaren 70 met Bölkow Bo 208 Juniors vanaf vliegveld Seppe opereerde, beschreven.
  • De Fokker D.XII was geen tweedekker....en andere misverstanden. Vroege Fokker jachtvliegtuigen en Amerika, door Gert P.M. Blüm
    In dit artikel wordt een gedegen overzicht gegeven van de jachtvliegtuigen welke Fokker tussen 1921 en 1923 voor de Amerikaanse luchtmacht ontwikkelde. In de type aanduidingen is veel verwarring ontstaan, Gert Blüm zet dit op overzichtelijke wijze recht. Naast de relatief onbekende Fokker V.40, D.IX, D.XIII en F.VI/PW-5 wordt ook de ontwikkeling van de meer bekende Fokker D.X en D.XI (welke onder andere in flinke aantallen in Rusland en Zwitserland werden gebruikt) beschreven. Geïllustreerd met bijzonder fotomateriaal.
  • Voor "binnenlands gebruik". Hoe Indonesië de Lockheed Hercules kreeg en gebruikte, door Gerard Casius
    In 1960 ontving de Indonesische luchtmacht vanuit Amerika vijf Lockheed C-130B Hercules transportvliegtuigen. Deze geavanceerde toestellen waren geleverd onder de voorwaarde dat ze alleen voor binnenlands gebruik zouden worden ingezet. Omdat Indonesië Nederlands Nieuw Guinea als eigen territoir beschouwde, werden ze in 1962 ingezet tijdens de strijd daar. Dit artikel zet uiteen hoe Indonesie in staat was C-130B's aan te schaffen, waarbij een CIA piloot in Indonesische handen waarschijnlijk als "ruilwaar" werd gebruikt.
  • Een dag op Schiphol in 1931, door Harm J. Hazewinkel
    Aan de hand van de vliegbewegingen op Schiphol op zaterdag 2 mei 1931 wordt een aardig beeld gescherts van de Europese verkeersluchtvaart in die jaren. Met veel foto materiaal.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1959, door Herman Dekker.
    In de langlopende reeks met beschrijvingen van ongevallen en incidenten met Nederlandse vliegtuigen of buitenlandse vliegtuigen in Nederland wordt de eerste helft van 1959 behandeld. Als gebruikelijk met unieke foto's.


    Vaste rubrieken:
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Vliegveld Eelde 1931-2011 - 80 jaar in vogelvlucht (Hendrik Cazemier, Doewe Pelleboer, Berend de Vries en Nico Winkel)Edwin Hoogshagen), Fokker F 27 Friendship story (CD-ROM)(Jan F. Homma en Hans K. Groen) en Morane-Saulnier 1918-1968 - Les Rois du Parasol (Vital Ferry, in Icare).

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2011
    Themanummer rond luchtvaart in het jaar 1911. Aanleiding is de uitgebreide aandacht die werd geschonken aan de vlucht van Antony Fokker in zijn "Spin" rond de Sint Bavokerk in Haarlem op 1 september 1911 ter gelegenheid van Koninginnedag (destijds op 31 augustus). Tussen 26 augustus en 4 september 2011 werden naar aanleiding van deze vlucht het Fokker Spin Centennial Festival gehouden in Haarlem.
  • 1911 in de lucht: meer dan alleen Fokkers "Spin", door Harm J. Hazewinkel
    Een 16 pagina lang artikel laat zien dat de aandacht voor de vlucht van Fokker een typisch voorbeeld is van een gebeurtenis welke het belang ontleend aan wat er later gebeurde. Was niet Fokker de belangrijkste Nederlandse vliegtuigbouwer geworden, dan was de vlucht om de Sint Bavo in 1911 in de vergetelheid geraakt. Voor het juiste perspectief: het was niet voor het eerst dat er een vliegtuig boven Nederland of zelfs boven Haarlem vloog; Antony Fokker was niet de eerste Nederlander die vloog; eind 1910 had Henri Farman al een vlucht van meer dan 8 uur gemaakt, het hoogterecord stond op meer dan 3 km en de grootste afstand afgelegd per vliegtuig (zonder tussenlanding) was bijna 600 km. Bovendien waren er in Nederland al diverse luchtvaart activiteiten ontplooid (hoewel kleinschalig): er waren al tientallen vliegdemonstaties geweest, er bestonden vliegscholen, en er werden vliegtuigen gebouwd.
    In het artikel vindt U beschrijvingen van de stand der luchtvaart techniek in 1911, de (allen al in 1911 gestarte) ontwikkelingen van vervoer van luchtvracht - en post, de militaire luchtvaart, beschrijvingen van de grote afstandsvluchten en rondvluchten (zo werd in juni/juli 1911 de Europese Rondvlucht gehouden, waaraan 40 vliegers meededen, en welke ook Nederland aandeed) en details over de ontwikkelingen in Nederland en Nederlands Indië.
    Uiteraard is het artikel rijk geïllustreerd met fotomateriaal
  • Luchtwachttorens, stille getuigen van de koude oorlog, door Gert den Herder
    Over het Korps Luchtwacht Dienst (KLD), dat tussen 1951 en 1964 een netwerk van 140 luchtwachttorens in Nederland bouwde. De torens werden gebruikt, samen met posten op bestaande gebouwen, als platform voor de waarneming van overvliegende vijandelijke vliegtuigen. Naast een beschrijving van de organisatie van de KLD, worden ook de bouw en constructie van de torens (de zogenaamde "raatbouw") nader beschouwd.
  • Nederlandse weerschepen voor het trans-Atlantische luchtverkeer (deel 3, slot), door Nico Geldhof
    Weerschepen hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het trans-Atlantische luchtverkeer tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Van de 13 weerschepen in de Noord-Atlantische oceaan in de periode 1947-1949 was het Nederlands-Belgische schip Cumulus er één.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1958, door Herman Dekker.
    In de langlopende reeks met beschrijvingen van ongevallen en incidenten met Nederlandse vliegtuigen of buitenlandse vliegtuigen in Nederland wordt de tweede helft van 1958 behandeld. Met unieke foto's.
    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Het web - luchtvaarthistorie op Internet door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.
  • Boekbesprekingen: Fokker C.5 - Ontwikkeling, gebruik en ondergang (Edwin Hoogshagen), Supermarine Spitfire Mk.9 in dienst bij de Belgische Luchtmacht (Daniël Brackx) en Morane-Saulnier 1910-1918 (Vital Ferry, in Icare).
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2011
  • Diederichs Flugzeugbau in Doetinchem 1942-1944, door Arno Landewers
    Weinig bekend is dat gedurende de Duitse bezetting in Doetinchem de Diederichs Flugzeugbau actief was. In 1942 opende het in Emmerich, Duitsland, gevestigde Diederichs FLugzeugbau een tweede vestiging in bezet Nederland, en betrok de gebouwen van Nemaho in Doetinchem. De vestiging in Doetinchem werd al snel vele malen groter dan die in Emmerich, er werkten tussen 1942 en 1944 honderden mensen aan de productie van onderdelen voor Messerschmitt en reparaties van onder meer DFS 230 zweefvliegtuigen en Bücker Bü 131 Jungmann lesvliegtuigen. De gerepareerde Jungmanns werden ingevlogen vanaf vliegveld Groenendaal bij Doetinchem. Het artikel wordt geïllustreerd met enkele unieke foto's van DFS 230's in Doetinchem. Ook wordt een korte beschrijving van ontwikkeling en inzet van de DFS 230 gegeven.
  • De Fokker F.III op de langste luchtlijn in Europa - het begin van Deruluft, door Harm J. Hazewinkel
    In 1921 werd de Russisch-Duitse luchtvaartmaatschappij Deruluft opgericht, dat de dienst tussen Moskou en Köningsberg (thans Kaliningrad) ging onderhouden. Deze 1200 km lange verbinding was hiermee de langst luchtlijn in Europa. Op deze lijn werden Fokker F.III's ingezet, waarvan Deruluft er 10 aanschafte. Het artikel beschrijft de achtergronden van Deruluft en de Fokker F.III operaties.
  • Fokker C.IV in Spanje (aanvullingen), door Harm J. Hazewinkel.
    Onderzoek inspireert tot onderzoek! Enkele aanvullingen op het artikel in het vorige nummer over de Fokker C.IV in Spaanse dienst in de jaren 20. Er is nadere informatie opgedoken over het toestel dat deelnam aan de competitie in Madrid en over de inzet tijdens de gewapende strijd in Marokko, waaruit onder meer blijkt dat de C.IV is gebruik voor gifgas aanvallen.
  • Fokker C.10 in Finland, door Frits Gerdessen.
    Finland was vóór de Tweede Wereldoorlog een belangrijk afnemer van militaire Fokker vliegtuigen - zowel de C.5, de C.10 als de D.21 werden er gebruikt. Dit artikel gaat over de Fokker C.10 in Finse dienst, waarbij de licentiebouw, de inzet tijdens de Winteroorlog (1939-1940) en Vervolgoorlog (1941-1944) en de naoorlogse operaties (tot eind jaren 50 vlogen er in Finland nog Fokker C.10's) worden beschreven. Ook wordt een overzicht gegeven van de lotgevallen van alle Finse C.10's, de technische gegevens en de gebruikte kleurenschema's. Uiteraard wordt het artikel geïllustreerd met een fors aantal unieke foto's.
  • Nederlandse weerschepen voor het trans-Atlantische luchtverkeer (deel 2), door Nico Geldhof.
    Weerschepen hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het trans-Atlantsiche luchtverkeer tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Van de 13 weerschepen in de Noord-Atlantische oceaan in de periode 1947-1949 was het Nederlands-Belgische schip Cumulus er één.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1958, door Herman Dekker.
    In de langlopende reeks met beschrijvingen van ongevallen en incidenten met Nederlandse vliegtuigen of buitenlandse vliegtuigen in Nederland wordt de eerste helft van 1958 behandeld. Met unieke foto's.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - Curtiss P-40N, part 2: 1945-1950 (Dutch Profile no.11) door Max Schep en Luuk Boermans
    - L'envol du XXe siècle Blériot-Aéronautique door Louis Blériot
    - Luchtvaart 2011 door Ruud Vos
    - Gloster Meteor F.4 in dienst bij de Belgische luchtmacht door Daniel Brackx
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2010
  • Drama in Ierland: de voorgenomen wereldvlucht van de "Faith in Australia", door Theo Wesselink
    Het verhaal van Charles T.P. Ulm, die in 1933 met zijn bemanning in een AVRO Ten (een in Engeland in licentie gebouwde Fokker F.VIIb) een poging deed vanuit Australië een vlucht om de wereld te maken. De poging strandde in de branding aan de Ierse kust.
  • Rolland Garros - meer dan een tennisstadion, door Caspar Veldkamp
    Bij de naam Rolland Garros zal bijna iedereen denken aan de jaarlijkse Parijse tenniskampioenschappen die op de naar Garros vernoemde tennisbanen worden gehouden. Hoewel Garros een verdienstelijk sporter was (tennis, rugby en wielrennen), dankt hij zijn roem aan zijn rol in de beginjaren van de luchtvaart.
  • Een V.O.S. in de lucht - de geschiedenis van de Vrijwillige Organistatie Sportvliegers, door Harm J. Hazewinkel.
    De sportvliegerij zou, behalve genoegen verschaffen aan de beoefenaars, ook ten dienste van de samenleving moeten staan. Vanuit die gedachte ontstond eind jaren 30 de Vrijwillige Organisatie Sportvliegers, de V.O.S. Er is mooi werk verricht, maar vreemd genoeg is er daarna vrijwel nooit meer aandacht aan besteed. Deel 2 van een artikel over de V.O.S. brengt daar verandering in.
  • Fokker C.IV in Spanje, door Harm J. Hazewinkel.
    De Fokker C.IV heeft in de geschiedschrijving altijd in de schaduw gestaan van de succesvolle C.V. Toch is de C.IV een redelijk verkoopsucces geweest, en één van de landen waar de C.IV vloog was Spanje. Tijdens het gewapende conflict in Marokko in de jaren 20 werd de C.IV ingezet.
  • Surplus Sales- de handel in ex-USAAF vliegtuigen in de jaren 1945-1949, door Gerben Tornij.
    Na het einde van de Tweede Wereldoorlog wist Guus Kiel (bekend vlieger, en tijdens de oorlogsjaren uitbater van café "De Vliegende Hollander") uit Amerikaanse oorlogsvoorraden ongeveer honderd vliegtuigen door te verkopen (voornamelijk Piper Cubs, maar ook bijvoorbeeld Cessna Bobcats en Noorduyn Norsemans). De sportvliegerij in Nederland kwam dankzij vliegtuigen uit deze oorlogsvoorraden na de oorlog snel van de grond.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1957, door Herman Dekker.
    In de langlopende reeks met beschrijvingen van ongevallen en incidenten met Nederlandse vliegtuigen of buitenlandse vliegtuigen in Nederland wordt de tweede helft van 1957 behandeld. Met unieke foto's.
  • Nederlandse weerschepen voor het trans-Atlantische luchtverkeer (deel 1), door Nico Geldhof.
    Weerschepen hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het transatlantsiche luchtverkeer tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. Van de 13 weerschepen in de Noordatlantische oceaan in de periode 1947-1949 was het Nederlands-Belgische schip Cumulus er één.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - Mildenhall to Melbourne - The world's greatest air race door Stuart McKay,
    - Aeroflot origins door Lennart Andersson,
    - Valkyrien- Sikorsky S-43 door Rob J.M. Mulder
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2010
  • Een V.O.S. in de lucht - de geschiedenis van de Vrijwillige Organistatie Sportvliegers, door Harm J. Hazewinkel.
    De sportvliegerij zou, behalve genoegen verschaffen aan de beoefenaars, ook ten dienste van de samenleving moeten staan. Vanuit die gedachte ontstond eind jaren 30 de Vrijwillige Organisatie Sportvliegers, de V.O.S. Er is mooi werk verricht, maar vreemd genoeg is er daarna vrijwel nooit meer aandacht aan besteed. Dit artikel brengt daar verandering in.
  • De vliegtuigen van Socata - deel 2: de TB-familie, door Loet Kuipers.
    Deel 2 van een artikel dat de geschiedenis en achtergronden behandeld van alle door het Franse SOCATA ontwikkelde vliegtuigen. In het eerste deel werd de reeks Rallye sportvliegtuigen beschreven, oorspronkelijk ontwikkeld door Morane Saulnier. In deel 2 een uitgebreide beschrijving van de TB-reeks, die SOCATA sinds de jaren 70 heeft ontwikkeld.
  • Luchtschepen boven Nederland in de Eerste Wereldoorlog - deel 2: 1916-1918, door Arno Landewers.
    Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het luchtschip ingezet als bommenwerper en ten behoeve van verkenningsvluchten. Vooral de Duitse krijgsmacht zette op grote schaal luchtschepen in. Vanaf 1915 werden vooral door luchtschepen van de Duitse marine aanvallen op Engeland (met name Londen) uitgevoerd. Door de ligging van hun bases in Noord Duitsland kwam het in deze jaren regelmatig voor dat Duitse luchtschepen (voornamelijk Zeppelins) het Nederlandse luchtruim doorkruisten. In deel 2 een beschrijving van deze luchtruimschendingen in de laatste jaren van de Eerste Wereldoorlog, toen langzaam duidelijk werd dat de inzet van luchtschepen voor bombardementsvluchten tot een eind kwam.
  • Tante Ju's kwamen naar Nederland, door Nico Geldhof.
    Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg Nederland de beschikking over 4 Duitse Junkers Ju-52 transportvliegtuigen die door de geallieerden in beslag waren genomen. Drie van deze toestellen werden vanaf 1946 enige jaren gebruikt door de Rijksluchtvaartschool (RLS) vanaf Gilze-Rijen. In dit artikel aandacht voor de inzet van deze RLS Junkers.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1957, door Herman Dekker.
    In de langlopende reeks met beschrijvingen van ongevallen en incidenten met Nederlandse vliegtuigen of buitenlandse vliegtuigen in Nederland wordt 1957 behandeld. Met unieke foto's.
  • De Viscount in de Christchurch race- enige aanvullingen, door Ed Nolte.
    In LuchtvaartKennis No 4 van 2008 werd aandacht besteed aan de Londen-Christchuch (Australië) luchtrace uit 1953, waar ook een KLM vliegtuig aan deelnam. In dit korte artikel (1 pagina) worden enkele aanvullingen gegeven over de deelname van een Britse Vickers Viscount.


    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2010
  • De vliegtuigen van Socata. Deel 1: de Rallye familie. Door Loet Kuipers.
  • De identiteit van de Fokker F.7b-3m "Southern Cross". Door Theo Wesslink.
  • Fokker C.10 (deel 2). Door Frits Gerdessen.
  • Fokker F.7-3m I-FERO. Door Gert Blüm.
  • Luchtschepen boven Nederland in de Eerste Wereldoorlog - deel 1: 1914-1915. Door Arno Landewers.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - De jachtvliegtuigen, "army-co-operation"- en lesvliegtuigen van de Militaire Luchtvaart KNIL 1945-1950 door P.C. Boer,
    - Sikorsky S.51 door Nico Geldhof,
    - Nederlandse luchtvaartmaatschappijen- Deel 1: gedurft ondernemerschap door C.J. van Gent,
    - MiG's op de vlucht- vliegtuigdeserteurs in de Koude Oorlog door Dick van der Aart
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2010
  • Fokker C.10. Door Frits Gerdessen.
  • Roeland Snellen en de NV Vliegtuigbouw V-20. Door Arno Landewers.
  • Vliegveld Ubbena-Zeijen. Door Henk Polling.
  • KLu personeel op Marine-Fireflies? Door Gerard Casius.
  • Caudron Aiglon. Door Harm Hazewinkel.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1956. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - E.L.T.A. - the First Aviation Exhibition Amsterdam - 1919 door Rob Mulder,
    - Vliegvelden in Oorlogstijd. Nederlandse vliegvelden tijdens bezetting en bevrijding door Peter Grimm, Erwin van Loo en Rolf de Winter (red.),
    - Vreemde Vogels op Valkenburg door Martin de Boer,
    - Fokker S.14 Machtrainer door Nico Braas en Willem Vredeling,
    - Belgian Speical Colours door Jack Bosma en Cor van Gent.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2009
  • Nederlandse Rondvlucht 1952. Door Harm Hazewinkel.
  • Gijs Küller, Nederlands eerste vlieger. Door Klaas Jan Sijsling.
  • Gewondentransport per De Havilland DH-9 in Nederlands-Indië . Door Hans Vossers.
  • Vliegterreinen in Nederland 1920: De Kooy, Souburg en Veere.
  • De Materson ballon op Curaçao in 1912. Door Gerard Casius.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1956. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - De eeuw van het dak door Paul van Dalen.
    - SIAI Marchetti door Serge van Heertum en Marc Arys.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2009
  • De Fokker F.VIIb/3m NX4204 "Friendship" in Argentinië en Colombia. Door Theo Wesselink.
  • Grumman Goose PK-AER. Door Harm Hazewinkel.
  • Navion. Een Amerikaans sportvliegtuig in de Nederlandse luchtvaarthistorie. Door Harm Hazewinkel.
  • Het bomrichtapparaat Groeneveld-Meijer; een Nederlandse vinding uit de Eerste Wereldoorlog. Door Frits Gerdessen.
  • Vliegterreinen in Nederland 1920: Oldebroek, Heumen en Groningen.
  • Het vliegveld aan het Kalverdijkje bij Leeuwarden. Door Minze Veenstra.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1955. Door Herman Dekker.
  • Wie weet meer? Fokker D.VII 227 t/m 229. Door Frits Gerdessen.
  • Luchtvaartkat Koosje. Door Frits Gerdessen.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - Fokker T.V "luchtkruiser" door Frits Gerdessen en Luuk Boerman.
    - Kaman H-43 Huskie- a lifetime after military service door Johan D. Ragay.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2009
  • Potez VIII- ook in Nederland. Door Harm Hazewinkel.
  • De eerste vluchten per luchtschip boven Nederland. Door Arno Landewers.
  • Vliegterreinen in Nederland 1920: Schellingwoude, Maaldrift en Deventer.
  • Vickers Viking. Door Joop Gerritsma.
  • Het Martin S watervliegtuig van de Koninklijke Marine. Door Coen van den Heuvel.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1954. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - Fokker D.VII in dienst van de Nederlandse militaire luchtvaart door Nico Geldhof.
    - A History of Chinese Aviation- Encylopedia of aircraft and aviation in China until 1949 door Lennart Andersson.
    - Les avions Potez door Jean-Louis Coroller en Michel Ledet.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2009
  • Rigid Airship Design. Opkomst en ondergang van een Nederlandse luchstchip fabrikant. Door Arno Landewers.
  • de voormalige US-Navy blimp L-19 boven Nederland. Door Arno Landewers.
  • Hoe een Oostenrijkse luchtvaartheld op Schiphol aan zijn einde kwam (ongeval 3 juni 1936 Miles Falcon Six OE-DVH met Dr. A.J. van Hengel en G. Brumowski). Door Hans Vossers.
  • Aeronca sportvliegtuigen (deel 2). Door Loet Kuipers.
  • Nederlands-Belgische Rondvlucht 1938. Door Harm Hazewinkel.
  • Nieuwe feiten rond LVA vliegtuigen Fokker C.IX 661 t/m 665; Fokker C.V 627; Koolhoven F.K.51 14 en Fokker G.1 310. Door Frits Gerdessen.
  • Aanvulling Christchurch Race. Door Joop Gerritsma.
  • Vliegterreinen in Nederland- Hengelo 1920. Door Joop Gerritsma.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1953. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - Jons Viruly 1905-1986, Vlieger en Schrijver door Wim Adriaansen.
    - 100 Jaar vliegen voorbij- een eeuw gemotoriseerd vliegen in Nederland door Arie de Bruin e.a.
    - Dutch Profile: Brewster B-339C/D/-23 door Gerard Casius en Luuk Boerman.
    - Luchtbespiegelingen- cultuurgeschiedenis van de luchtvaart door Marc Dierikx.
    - de gloriejaren van de Nederlandse Luchtvaart door Gijs Dragt.
    - Finse luchtvaartboeken serie Suomen Ilmavoimien Historia.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2008
  • De Christchurch Race 1953. De laatste grote luchtrace. Door Harm Hazewinkel.
  • Aeronca sportvliegtuigen en wat daarop volgt (Champion, Bellanca). Door Loet Kuipers.
  • 14 maart 1951: Storm op Ypenburg. Door Jan Evert Leeuw.
  • Dick Vreede, luchtvaartpionier? Door Wim Adriaansen.
  • Airspeed Ambassador. In de schaduw van de Viscount. Door Joop Gerritsma.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1952. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen:
    - Willem Hendrik Schukking, een sprong in de wereld der aviatiek door Wim Adriaansen.
    - The Vickers Viscount door Rayner R. Kittle,
    - Boeing- géant de l'aéronautique de 1916 à nos jours door Alain Pelletier,
    - Airliners- The Global Collection door Barry Woods (redactie),
    - Air France door Geoff Jones.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2008
  • Vliegveld Twenthe 1920-2008. Door Jan Evert Leeuw.
  • Skandinavisk Aero Industri. Door Frits Gerdessen.
  • Fokker ontwerpen voor viermotorigen bommenwerpers. Door Frits Gerdessen.
  • Java 1945. Japanse vliegtuigen op Java ten tijde van de Japanse Capitulatie. Door Harm Hazewinkel.
  • Minder bekende vliegtuigen uit "ongevallen en incidenten": Arado Ar66, Raab-Katzenstein RK2, Heinkel HE 10. Door Door Harm Hazewinkel.
  • Aanvullingen eerste vluchten op de Groote Meer en Broussards.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1951. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2008
  • PK-WDR; een Hornet Moth vloog twee keer van Indië naar Nederland. Door Harm Hazewinkel.
  • 28 juli 1908 - De eerste vlucht van Schukking.
  • Eerste vluchten op het landgoed De Groote Meer in Ossendrecht. Door Loe Baltussen.
  • De Rhönlerche PH-242 opgenomen in het bejaardenhuis. Door Neelco Osinga.
  • De (voormalige) KNVvL Bibliotheek in Aviodrome. Door Harm Hazewinkel.
  • Niet gebouwde vliegtuigontwerpen van Fokker 1920-1944. Door Frits Gerdessen.
  • De Walraven W.2 in China.
  • Max Holste M.H.1521 Broussard. Door Harm Hazewinkel.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1950. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2008
  • De North American NA-27 in Nederland. Door Peter Grimm.
  • De Dutch Connexxion - DC-8 TU-TCB in Purmerend. Door Ruud Merison.
  • Een Fokker in de Tuin (crash Fokker D-VII "270" op 9 februari 1926 in Tilburg). Door Frans Kense.
  • Fokkers in Italië: de F.II, F.III, F.V en F.VIIb. Door Harm Hazewinkel.
  • De vliegvelden van Hengelo. Door Minze Veenstra.
  • De "Navlietra" - plannen voor een vliegtuigfabriek in Gouda. Door Harm Hazewinkel.
  • Fokker T.5 (deel 2). Door Frits Gerdessen.
  • In Memoriam: Giel Mulder.
  • Edgar Meos - het verhaal van een mystificatie. Door Frits Gerdessen.
  • Een detachering te Waardenburg in 1916. Door Frits Gerdessen.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1949. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2007
  • Honderd jaar KNVvL. Door Harm Hazewinkel.
  • Floor van der Peijl.
  • Fokker T.5. Door Frits Gerdessen.
  • (Mis)rekeningen. Het constructienummer van Piper Cub PH-NCH. Door Herman Dekker.
  • Koolhoven's achtste Koebeest. De Koolhoven FK.46S in Nederland en Indië. Door Nico Geldhof.
  • De Zuid-Sumatra Vliegclub. Door Nico Geldhof.
  • Dutch Communication Flight en No. 1316 Flight; FK.43 bij 320 sqn. Reactie op artikel in LUCHTVAARTKENNIS 3-2007. Door Coen van den Heuvel.
  • Reactie Nico Geldhof over het gebruik van de FK.43 door No. 1316 Flight.
  • British Nederland Air Services. Aanvulling van Joop Gerritsma.
  • Aanvulling artikel Eerste Nederlandse Vliegers betreffende Küller. Door Klaas Jan Sijling.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1948. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2007
  • Fokker F.VII in Polen. Door Harm Hazewinkel.
  • De Koolhoven FK.43 bij RAF 320 squadron. Door Nico Geldhof.
  • British Nederland Air Services, Ltd. Door Nico Geldhof.
  • Silvercraft SH-4 in Nederland. Door Herman Dekker.
  • Koolhoven F.K. 58 in de Franse luchtmacht (deel 2). Door Peter Grimm en Jaap Woortman.
  • Dubbel gebruikte registraties 134 t/m 137 bij de MLD. Door Coen v.d. Heuvel.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1947. Door Herman Dekker.
  • The Dutch Connexxion: Boeing 737 c/n 19955. Door Ruud Merison.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2007
  • Koolhoven F.K. 58 in de Franse luchtmacht. Door Peter Grimm en Jaap Woortman.
  • Gebrevetteerde Nederlandse Vliegers 1910-1914. Door Klaas Jan Sijsling.
  • Akerboom-Schmidt T-10 en T-20. Door Herman Dekker.
  • Vroeger bommenwerperprojecten van Fokker. Door Frits Gerdessen.
  • De Fokker F-V in Amerika. Door Nico Geldhof.
  • Barrier Reef Airways. Door Theo Wesselink.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1945/1946. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2007
  • Fokker C.IV-w. Het eerste door Fokker in Nederland ontworpen en ontwikkelde drijvervliegtuig.
    Door Nico Geldhof.
  • In Memoriam Peter M. Grosz. Door Frits Gerdessen.
  • Pedro Zanni. Promotor van de Argentijnse luchtvaart. Door Nico Geldhof.
  • Cessna. De eenmotorige vliegtuigen. Deel 3. Door Loet Kuipers.
  • Vliegtuigvragen": Fokker F.7 c/n 5324, Haaksma Zögling, zweefvliegtuig TMS Technicum Rotterdam en
    Mexicaanse connectie NHI Kolibrie.
  • De Pander D. Het vermeende plagiaat van het Carley "krielvliegtuig" door de Haagse vliegtuigfabriek. Door Nico Geldhof.
  • De Bannet en de PH-TCG. Door Herman Dekker.
  • Cluster Channel Wing CCW-5. Door Harm Hazewinkel.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1940/1945. Door Herman Dekker.
  • Nederlandse Ongevallen en Incidenten. Nazorg deel 2. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2006
  • 1906- Santos Dumont en de eerste vlucht in Europa. Door Harm J. Hazewinkel.
  • Hawa F.10 - Het eerste verkeersvliegtuig?. Door Harm J. Hazewinkel.
  • Cessna. De eenmotorige vliegtuigen (deel 2). Door Loet Kuipers.
  • P4- twintig jaar Arubaans luchtvaartregister. Door Arno Landewers.
  • Minder bekende vliegtuigen uit Nederlandse ongevallen en incidenten: Albatros L-101 (Focke Wulf AL 101) en Focke Wulf A 47. Door Harm J. Hazewinkel.
  • Hete Luchtballonnen in 1912/1913. Door J.E. Leeuw.
  • Thulin - Motoren en vliegtuig voor de Nederlandse strijdkrachten. Door Frits Gerdessen.
  • Le Rhone motoren voor de Nederlandse Luchtmacht. Door Frits Gerdessen.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1939. Door Herman Dekker. Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2006
  • Cessna. De eenmotorige vliegtuigen (deel 1). Door Loet Kuipers.
  • Pilatus SB-2 "Pelikan". Door Harm J. Hazewinkel.
  • Hete Luchtballonnen in 1912/1913. Door J.E. Leeuw.
  • Vaarwel Long Beach. Het verdwijnen van Douglas. Door Gerard Casius.
  • De aankoop van Thulin vliegtuigmotoren door de Nederlandse strijdkrachten in de eerste wereldoorlog. Door Frits Gerdessen.
  • Bücker Jungmann en de Koolhoven FK-46 voor de Nederlandse Luchtmacht. Door Frits Gerdessen.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1938. Door Herman Dekker.
  • Minder bekende vliegtuigen uit Nederlandse ongevallen en incidenten: Gerner G IIR, Rohrbach Ro VII Robbe en Junker G 31. Door Harm J. Hazewinkel.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2006
  • Het vliegveld van Vaals. Vliegen langs de rand van Nederland. Deel 2. Door Peter Grimm.
  • Douglas-Northrop DB-8A/3N bij de Nederlandse Luchtmacht. Door Frits Gerdessen.
  • In Memoriam Fred Zandvliet (1917-2006). Door Harm J. Hazewinkel.
  • Ir. Beeling bij Trompenburg.
  • Een halve eeuw Friendship. Deel 6: ongelukken in de wereldpers. Door Joop Gerritsma.
  • Luchtvaartmonumenten in Nederland.
  • Léon de Brouckère in Nederland. Door Gerard Casius.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1937. Door Herman Dekker.
  • Captain Valentine Baker in Nederlands Indië. Door Gerard Casius.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2006
  • Het vliegveld van Vaals. Vliegen langs de rand van Nederland. Deel 1. Door Peter Grimm.
  • Tiger Moth registratieperikelen. De A-27 en A-28 van de Nederlandse Luchtmacht. Door Coen van den Heuvel.
  • De eerste "vliegende Hollanders". Gebrevetteerde Nederlandse vliegers 1910-1914. Door Harm J. Hazewinkel.
  • Japanse vliegtuigen onder Nederlands bevel. Door Gerben Tornij.
  • Een halve eeuw Friendship. Deel 2: de eerste bestellingen en afleveringen (1958-1959). Door Joop Gerritsma.
  • Type aanduiding Curtiss Wright CW-21 Interceptor/Demon. Door Gerard Casius.
  • Een halve eeuw Friendship. Deel 5: politieke moeilijkheden en modellen. Door Joop Gerritsma.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1936. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.4 2005
  • Aanvullen

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.3 2005
  • Aanvullen

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.2 2005
  • F.V. Fokkers vergeten verkeersvliegtuig. Door Harm Hazewinkel.
  • Een Koolhoven in de Melbourne Race? Door Harm Hazewinkel.
  • Eerste echte vliegtuigongevallen burgerluchtvaart verzwegen. Door Jan Willem de Wijn.
  • Na de strijd. De situatie van de Nederlandse vliegtuigen na de meidagen van 1940. Door Herman Dekker en Harm Hazewinkel.
  • Een halve eeuw Friendship. Deel 2: de eerste bestellingen en afleveringen (1958-1959). Door Joop Gerritsma.
  • Fokker S.IV. Vervolg individuele geschiedenis. Door Frits Gerdessen.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten. Nazorg 1920-1933. Door Herman Dekker.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

LUCHTVAARTKENNIS No.1 2005
  • Een halve eeuw Friendship. Deel 1: Het begin. Door Joop Gerritsma.
  • Wright-Bellance WB-2. De eerste na Lindbergh. Door Nico Braas.
  • Hoe Jimmy Doolittle op Java bijna zijn einde vond. Door Gerard Casius.
  • Fokker S.IV. Door Frits Gerdessen.
  • Holland- West Indie in 1940. KLM voorzag transatlantische samenwerking met Italiaanse ATI. Door Gerard Casius.
  • Minder bekende vliegtuigen uit "Ongevallen en Incidenten": Rohrbach Ro VIII Roland, BFW M 23, Spartan Cruiser en Orta- St Hubert G-1.
  • Nederlandse ongevallen en incidenten 1933. Door Herman Dekker.
  • Nederlandse Mercury motoren in Finse vliegtuigen. Door Frits Gerdessen.

    Vaste rubrieken:
  • www.luchtvaartkennis.sites door Frank van de Goor.
  • Boekbesprekingen.
  • Mutaties Nederlands Luchtvaartuig Register door Arno Landewers.

  AFDELING LUCHTVAARTKENNIS KNVvL
     

Terug naar startpagina 

 
Voor beschikbaarheid en prijzen van oude nummers van LuchtvaartKennis kunt u contact opnemen met de penningmeester van Luchtvaartkennis.

Zoeken in deze pagina: CTRL+F